Risicoanalyse

Voor het analyseren van risico’s die te maken hebben met het tillen van lasten kunnen verschillende methodes gebruikt worden.

De werknemers kunnen bij de analyse betrokken worden via participatieve methodes zoals de Sobane methodes en de FIFARIM methode.

Objectieve methodes om de risico’s in kaart te brengen zijn onder andere: de NIOSH methode, de KIM methode en de MAC methode (zie www.ergonomiesite.be). Ook in de ISO Norm 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling,’ deel 1 (2003),wordt een evaluatiemethode weergegeven voor het manueel hanteren van lasten,  specifiek voor “tillen en dragen”

Voor het trekken en duwen kan de ISO Norm 11228, deel 2 (2007) gebruikt worden als referentie voor de risico-inventarisatie en evaluatie. Onder andere volgende checklist komt voor in deze norm, waarbij een JA als antwoord kan duiden op de aanwezigheid van een risico:

  • De taak: zijn er sterke versnellingen nodig om te starten, te stoppen of om van richting te veranderen? Handvatten buiten comfortabele zone? Bewegingen aan grote snelheid?
  • Het te verplaatsen object: geen goede handvatten? Onstabiel? Geen goed zicht?
  • Indien op wielen: object of last te zwaar voor wielen? Vloer niet geschikt voor wielen of in slechte staat? Zijn remmen noodzakelijk om veilig te kunnen stoppen?
  • De werkomgeving: nauwe doorgangen? Te weinig ruimte? Obstakels? Gladde vloeren? Hellingen of niveauverschillen? Onaangepast licht? Te koud? Te warm? Tocht?
  • Individuele capaciteit: ongewone capaciteit vereist? Medewerkers met beperkte capaciteit? Zwangeren aanwezig? Nood aan speciale training?
  • Andere factoren: hinderende kledij of persoonlijke bescherming?
  • Management en organisatie: te weinig onderhoud van transportmiddelen? Vloer?

Preventie van rugklachten op het werk

Volgende maatregelen kunnen overwogen worden ter preventie van werkgerelateerde rugklachten:

  • risico’s verbonden aan verkeerde werkhoudingen of aan het manueel hanteren van lasten vermijden door automatisering, mechanisatie of door organisatorische maatregelen (bijvoorbeeld het aantal overslagpunten verminderen).
  • risico’s verminderen door:
    • het aanpassen van de werkplek (werkhoogte, helling van het werkvlak, de reikhoogte en reikwijdte van voorwerpen, aangepaste opstelling van werkvlakken waardoor bijvoorbeeld rotaties van de rug vermeden worden,  ruimte voor voeten en knieën, werkvloer vrij van obstakels en niet te glad, een aangepaste opslag van lasten, goede toegankelijkheid en voldoende ruimte in functie van de uit te voeren taak, aangepaste stoel of stasteun,….
    • het gebruik van aangepaste hulpmiddelen zoals hoog-laag tafels, platformen, aangepaste karren met aangepaste wielen en goede handvatten;
    • aanpassingen van de voorwerpen (of producten) waarmee gewerkt wordt: zoals het gewicht, de vorm, de hanteerbaarheid of houvast.
  • Informeren, sensibiliseren en opleiden:
    • iedereen, zowel leidinggevenden als uitvoerenden, moet bewust gemaakt worden van de risico’s op rugklachten en van het belang van preventie; er moeten voldoende kennis en vaardigheden bijgebracht worden in verband met de risico’s en de preventiemaatregelen.
    • aandacht moet gegeven worden aan de opleiding over een correct gebruik van de arbeidsmiddelen en de hulpmiddelen; ook juiste (veilige en rugvriendelijke) werktechnieken kunnen aangeleerd worden.
    • men kan trachten de levensstijl gezonder te maken, met het oog op de fysieke conditie (uithouding, kracht en soepelheid), het gewicht en de gezondheid in het algemeen (bv. roken)

Meer informatie hierover is beschikbaar in het thema Musculoskeletale aandoeningen (MSA).

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Welzijnswet

    In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 moet een werkgever maatregelen nemen voor het bevorderen van het welzijn van de werknemers. Ergonomie heeft hierbij een belangrijke plaats gekregen aangezien het één van de domeinen is in de welzijnswet.

    De andere domeinen zijn: de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid, de psychosociale aspecten veroorzaakt door het werk met aandacht voor geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen en de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op de andere domeinen.

    Ergonomische principes in de wetgeving

    De principes van de ergonomie vormen een rode draad doorheen de wetgeving.

    De werkgever moet het werk aanpassen aan de mens, met het oog op het concept van werkplekken, de keuze van de arbeidsmiddelen en de werkmethode.

    De werkgever is verplicht de risico’s op het werk te analyseren en de preventie te plannen gebaseerd op een systeembenadering waarin volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk.

    Preventiemaatregelen

    De preventiemaatregelen moeten getroffen worden op verschillende gebieden waarbij er duidelijke raakvlakken zijn met de ergonomie:

    • organisatie van de onderneming;
    • inrichting van de arbeidsplaats;
    • conceptie en aanpassing van de werkpost;
    • keuze en gebruik van arbeidsmiddelen;
    • bescherming tegen fysische agentia;
    • keuze en gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij;
    • veiligheids- en gezondheidssignalering;
    • gezondheidstoezicht;
    • psychosociale aspecten.

    Ook in de taakomschrijving van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wordt verwezen naar aspecten die betrekking hebben op ergonomie (risicoanalyse, omgevingsfactoren, analyse van de arbeidsbelasting, technische en organisatorische maatregelen, fysieke en mentale vermoeidheid, werkgerelateerde oorzaken van ongevallen en beroepsziektes,…)

    Ook de preventieadviseur-arbeidsarts moet de interactie tussen de mens en zijn werk onderzoeken met het oog op het aanpassen van het werk aan de mens (aangepaste werkmethodes, aangepaste werkplekken,…).
    Van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk wordt verwacht dat het advies geeft over nieuwe arbeidsmiddelen, arbeidsomstandigheden, de impact van omgevingsfactoren, de maatregelen voor aanpassingen van de techniek ter voorkoming van vermoeidheid en specifieke maatregelen voor de aanpassing van werkposten aan mensen met een handicap.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk.

    Er bestaat ook specifieke reglementering voor de grootte en de kwaliteit van werkruimtes, voor de verlichting, voor het klimaat (temperatuur, vochtigheid en verluchting).

    Ook zijn er verwijzingen naar ergonomie in de wetgeving met betrekking tot: arbeidsmiddelen, werkkledij en persoonlijke beschermingmiddelen, moederschapsbescherming, tijdelijke of mobiele werkplaatsen, nachtwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen, signalisatie op het werk, jongeren op het werk, interims.

    Titel 3 betreffende het manueel hanteren van lasten van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk

    Deze regelgeving legt een hele reeks van preventieve maatregelen vast met betrekking tot het manueel hanteren van lasten.

    Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden van gevaren gerelateerd aan:

    • de last
    • de lichamelijke inspanning
    • de taak
    • de arbeidsplaats en de arbeidsomstandigheden

    Daarnaast worden de verplichtingen van de werkgever vermeld. De werkgever moet preventieve maatregelen nemen die in de eerste plaats gericht zijn op het vermijden van het risico door technische en organisatorische oplossingen. De risico’s moeten geëvalueerd en verminderd worden. De werknemers moeten geïnformeerd en opgeleid worden met het oog op het verminderen van de risico’s. Ook is er medisch toezicht voor werknemers die blootgesteld zijn aan risico’s.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Manueel hanteren van lasten.

    Titel 2 betreffende beeldschermen van boek VIII van de codex

    Deze regelgeving legt een hele reeks preventieve maatregelen of minimumvoorschriften vast.

    De werkgever moet:

    • een analyse van de beeldschermwerkposten verrichten;
    • passende maatregelen nemen voor aanpassingen van de werkplek, de werktafel en stoel, het beeldscherm en toetsenbord, de programmatuur, de werkomgeving in functie van het klimaat, de verlichting en de werkorganisatie;
    • opleiding voorzien voor beeldschermwerkers
    • medisch toezicht voorzien voor onder andere het gezichtsvermogen (nood aan correctiemiddel).

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Beeldschermen.

    Titel 3 betreffende trillingen van boek V van de codex

    Deze wetgeving is zowel gericht op hand-arm trillingen (bijvoorbeeld door trillend handgereedschap) als op trillingen van het gehele lichaam (bijvoorbeeld in voertuigen). Men moet trillingen vermijden. Indien dat niet mogelijk is, moet men een risico-evaluatie maken waarbij men rekening houdt met de grenswaarden. Bij risico’s moet men technische en organisatorische maatregelen nemen. Blootgestelde medewerkers staan onder medisch toezicht.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild