22.06.2022

In een ministeriële omzendbrief (MO) van 24 mei 2016 reageerde de toenmalige minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken op de intentie van een aantal hulpverleningszones om het werkregime van shiften van 24 uur uit te breiden naar andere hulpverleningsposten dan die waar dit werkstelsel reeds van toepassing was vóór de overgang naar de hulpverleningszone.

De MO uit 2016 heeft als het uitgangspunt dat deze plannen onverenigbaar zijn met een context van sociale vooruitgang, bepaalde vragen opwerpen met betrekking tot de veiligheid en in strijd zijn met de internationale engagementen van de Belgische staat.

De tekst van deze MO is terug te vinden op de website van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken (FOD IBZ): MO van 24 mei 2016 betreffende de shiften van 24 uur bij de brandweer.

Een nieuwe MO van 3 juni 2022 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2022), die hogervermelde MO opheft, heeft een aantal soortgelijke bedenkingen, maar de finale conclusie is dat het nu in het kader van proportionaliteit en het “standstill”-beginsel onder minstens bepaalde voorwaarden mogelijk moet zijn.

De tekst van deze MO is terug te vinden op de website van de AD Civiele Veiligheid van de FOD IBZ: Ministeriële omzendbrief van 3 juni 2022 betreffende de shiften van 24 uur.

Hieronder vindt u een korte samenvatting van de krachtlijnen van de omzendbrief, referenties naar andere artikels op deze BeSWIC website rond de brandweer en wat uitleg over “Arbeidsvoorwaarden” als één van de 5A’s (arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen).

Krachtlijnen

De ministeriële omzendbrief van 3 juni 2022 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2022) is het resultaat van een bespreking in een werkgroep die samengesteld was uit vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties, het Vlaams Netwerk van brandweerzones Netwerk Brandweer, het Franstalig en Duitstalig Netwerk van brandweerzones ReZonWal, experten van de FOD Beleid en Ondersteuning (FOD BOSA), de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD Werkgelegenheid) en de FOD IBZ.

Men verwijst in beide MO’s naar hetzelfde juridisch kader, onder ander naar de Europese richtlijn 2003/88/EG, die afwijkingen op een dagelijkse rustperiode van 11 uur mogelijk maakt.

De richtlijnen zijn niet enkel ingegeven vanuit een bezorgdheid over de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van de personeelsleden, maar ook met de veiligheid van de burgers en de kwaliteit van de dienstverlening en de operationaliteit van de hulpverleningszones in gedachten. Ze zijn in overeenstemming met het toepasselijk bestaande juridische kader.

Minstens volgende maatregelen moeten worden nageleefd door de hiërarchische lijn van de zone, die de volledige verantwoordelijkheid over zowel de organisatie als het financiële luik draagt:

  • De zone moet een risicoanalyse uitvoeren op basis van de Codex over het welzijn op het werk, met inbegrip van een bijzondere motivatie om een 24-uurshiftenregeling in te voegen.
  • Voor zover de hulpverleningszone momenteel een andere regeling of andere regelingen dan de 24-uurshiftenregeling heeft, kan de 24-uurshiftenregeling niet de enige shiftenregeling zijn die door de zone wordt toegepast. Wanner de 24-uurshiftenregeling nieuw wordt ingevoerd moet het personeelslid in de mogelijkheid worden gesteld om volgens zijn huidige uurrooster te blijven werken (er mag immers geen achteruitgang in de bescherming van de werknemer zijn), boven op de specifieke maatregelen die bepaald zijn in artikel 12 van de wet van 19 april 2014.
  • De zone moet een actief beleid voeren om werknemers aan te moedigen voldoende rust te nemen voor en na de dienst van 24 uur.
  • De zone dient compensatiemaatregelen en waarborgen in de voeren zoals:
    • een redelijke activiteitsgraad tijdens de shift, met andere woorden het belang van het toekennen/garanderen van voldoende rustperiodes tijdens de shift (in overleg met de preventieadviseur);
    • het belang van voldoende tijd tussen twee diensten van 24 uur of tussen een dienst van 24 uur en een voorafgaande of volgende dienst met een kortere duur en regelmatigheid in de planning van de diensten;
    • het belang van voldoende en goed uitgeruste rustplaatsen (overeenkomstig art. III.1-60 en III.1-61 van de Codex over het welzijn op het werk);
    • het beoordelen van de eventuele noodzaak door de hulpverleningszone op basis van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid om extra personeel in dienst te nemen en dit personeel vervolgens aan te werven.
  • Indien de zone shiften van 24 uur toelaat, is het aangeraden om te differentiëren in de minimumbezetting overdag en ’s nachts in functie van het verschillend aantal interventies overdag en ’s nachts, bijvoorbeeld door bijkomend in kortere shiften te voorzien die enkel overdag ingevuld worden of door in het arbeidsreglement hierover specifiek regels op te nemen. Bij langdurige interventies of frequentere interventies, zoals vaker het geval is bij ambulance-opdrachten, mogen de personeelsleden tijdens de shift in elk geval geen te lange aansluitende periode van activiteit hebben. Om het personeelslid voldoende rust te bieden zonder de kwaliteit en het niveau van de dienstverlening aan de burger te verlagen, moet minstens in één van de volgende maatregelen worden voorzien:
    • ofwel structureel voorzien in een overgedimensioneerd aantal personeelsleden op dienst die het personeel op het terrein kunnen aflossen;
    • ofwel verzekerd worden dat al het personeel dat van wacht is in de kazerne de meest frequente interventies uitvoert;
    • ofwel beroeps- of vrijwillig personeel teruggeroepen kunnen worden.

Bij het nemen van de nodige maatregelen is het essentieel om de vakbonden te raadplegen.

Meer info

Brandweerrisico’s en andere brandweerberichten op BeSWIC

Brandweerlieden komen in contact met diverse risico’s. Een aantal hebben te maken met de klassieke opdrachten van de brandweer, andere komen voort uit specifieke opdrachten van brandweer of civiele bescherming. Volgende webpagina van de civiele bescherming geeft een overzicht van deze gespecialiseerde teams met de specifieke risico’s: Gespecialiseerde teams van de Civiele Bescherming.

De overkoepelende website pompier.be vermeldt de te volgen procedures (onder andere cognitieve, technische en fysieke competenties) om lid te kunnen worden van de brandweer.

De website Brandweerman In Nood (BIN) heeft dan weer de missie om de veiligheid van iedere brandweerman tijdens een interventie te verhogen. BIN stelt zich tot doel aangepaste en concreet toepasbare opleidingen in te richten die voor elk brandweerlid toegankelijk zijn.

De preventiehiërarchie is moeilijk toepasbaar op het beroep van een brandweerlid want men moet het “vuur” bestrijden en dit gevaar kan dus niet geëlimineerd worden. Wat verder op de preventiehiërarchie stipuleert men het belang van het nemen van materiële maatregelen (met voorrang op iedere andere maatregel) om een ernstig letsel in te perken. Uiteindelijk belandt men bij collectieve maatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen en focust men op opleiding bij de brandweer voor het beheersen van de risico’s.

In het verleden zijn op deze BeSWIC website volgende berichten verschenen over enkele van deze risico’s en maatregelen:

Daarnaast wordt de brandweer soms opgeroepen bij minder klassieke branden, zoals branden ontstaan bij het gebruik van onkruidbranders. Hierover verscheen volgend BeSWIC-artikel: Onderschat het brandrisico van onkruidbranders niet.

Op deze BeSWIC website vindt u ook enkele thematische zaken die van toepassing zijn op de brandweer, in het thema Werken op hoogte en de rubrieken Specifieke situaties: redding, hulpverlening en Touwen.

Vermeldenswaardig is tevens het YouTube-kanaal van Vincent Guyard (pseudoniem ‘Vincent Firelife’), een voormalige Parijse brandweerman die nu rapportages maakt over brandweerlieden van over heel de wereld: Vincent Firelife - Reportages sur les pompiers du monde.

Arbeidsvoorwaarden

Het 5A-model (arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen) wordt veel gebruikt in de risicoanalyse van psychosociale aspecten.

De arbeidsomstandigheden hebben een duidelijke link met de welzijnswet, waarop wordt toegezien door de arbeidsinspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW).

De arbeidsvoorwaarden vallen eerder onder het bevoegdheidsdomein van de Arbeidsinspecteurs van de Algemene Directie Toezicht Sociale Wetten (AD TSW). Veel preventieadviseurs hebben dan ook meer contacten met de AD TWW dan de AD TSW. Volgens de website van de FOD Werkgelegenheid zorgt de AD TSW “ervoor dat de uitvoering van de beleidslijnen inzake collectieve en individuele arbeidsbetrekkingen worden nageleefd, door een raadgevende, preventieve en repressieve rol te vervullen.”

Arbeidsduur en rusttijden, waaronder 24-urenshiften en de rusttijden zoals hierboven vermeld, zijn arbeidsvoorwaarden en duidelijk elementen die tot de bevoegdheid van de AD TSW behoren. Meer info hiervan is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid: Arbeidsduur en rusttijden.

Ook in boek X, titel 1 van de codex zijn bepalingen rond nacht- en ploegenarbeid te vinden.

De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), waar beide algemene directies in betrokken zijn, legt zich toe op sociale fraude en is onder andere gekend door zijn Flitsinspecties, die een informatief en preventief karakter hebben en voorafgaand op de website van de SIOD worden gepubliceerd en meegedeeld aan de sociale partners.

Meer info rond brand(gevaar)