06.02.2023

Omdat de basisveiligheidsopleiding in de bouw enkel via de CAO van 12 mei 2022 was geregeld (en dus enkel van toepassing was binnen PC 124), gaven de sociale partners in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (HRPBW) op 10 januari 2023 het advies om het toepassingsgebied te verruimen tot elke manuele of intellectuele activiteit die op de bouwplaats wordt uitgevoerd door werknemers en aannemers die zich ertoe verbinden bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde uit te voeren.

Door dit principe op te nemen in het koninklijk besluit (KB) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zou dit bovendien hoger in de hiërarchie der normen komen dan met een CAO die ook nog algemeen bindend moet verklaard worden. Daarnaast werd aan het ontwerp van KB ook een communicatieluik toegevoegd.

Dit artikel bevat informatie over:

Samenvatting advies

Het advies over het ontwerp van KB (OKB) tot vaststelling van een basisveiligheidsopleiding met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en tot verbetering van de communicatie op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bevat 2 punten:

  • de verplichting tot het volgen van de basisveiligheidsopleiding;
  • het versterken van de communicatie op de bouwplaats.

Rond volgende thema’s die verband houden met basisveiligheidsopleidingen werden opmerkingen geformuleerd:

  • doelpubliek;
  • inhoud van de basisveiligheidsopleiding;
  • tijdstip waarop de basisveiligheidsopleiding moet worden verstrekt;
  • overgangstermijnen;
  • controle van de attesten;

Het advies is beschikbaar in de lijst van adviezen van de Hoge Raad op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD Werkgelegenheid): Advies nr. 255 van 10 januari 2023 over het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van een basisveiligheidsopleiding met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en tot verbetering van de communicatie op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (PDF, 126 KB).

Wat betreft het doelpubliek moet volgens de sociale partners de focus liggen op alle personen die werkzaamheden uitoefenen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats en dit ongeacht het statuut of de nationaliteit. De basisveiligheidsopleiding moet enkel worden voorbehouden voor degenen die niet reeds een dergelijke opleiding (of een andere die verder reikt) hebben gevolgd. In dit geval stellen de sociale partners voor om werkzaamheden die zich situeren in de inrichting van de werkgever uit te sluiten van het toepassingsgebied, voor zover de werknemers al een minstens evenwaardige opleiding hebben gekregen. Hierbij wordt het voorbeeld gegeven van werkgevers van inrichtingen in de industrie met eigen gekwalificeerd personeel.

Wanneer het gaat om de inhoud vinden de sociale partners het belangrijk dat de organisatoren van deze opleiding regelmatig nagaan of deze opleiding nog altijd beantwoordt aan de doelstelling.

De organisatoren van de opleiding moeten een kwaliteitsborgingssysteem naleven. Er wordt niet voorzien in een specifiek erkenningssysteem. De inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk (AD TWW) kunnen de lessen wel bijwonen en adviezen geven aan de organisatoren.

Als basisprincipe hanteren de sociale partners dat de opleiding moet worden verstrekt vooraleer toegelaten wordt om werkzaamheden uit te voeren. Op het terrein is het echter niet makkelijk om aan dit basisprincipe tegemoet te komen. In elk geval verwachten de sociale partners dat dit binnen de maand na tewerkstelling mogelijk moet zijn. Toch kan men tijdens het onthaal van nieuwe werknemers, aan de hand van een “toolbox meeting” of een startwerkvergadering, al informatie verstrekken in afwachting van de basisveiligheidsopleiding. Daarnaast geven de sociale partners aan dat het belangrijk is aan te tonen dat de werknemers de informatie hebben ontvangen en begrepen en dat er een herhaling is van de opleiding op regelmatige tijdstippen.

Voor nieuwelingen zijn de sociale partners van oordeel dat de regelgeving onmiddellijk van toepassing zou moeten zijn. Voor anderen kan een overgangstermijn worden overwogen.  

Verder stellen de sociale partners zich vragen rond de communicatie op de bouwplaats en de operationele taal. Men verwijst hierbij naar enkele communicatietools die momenteel beschikbaar zijn en roept de aannemer op om een praktisch en sluitend communicatieplan voor te leggen.

Tenslotte vraagt men dat opdrachtgevers, bouwdirecties belast met de uitvoering en aannemers die beroep doen op onderaanneming, toezicht hierop uitoefenen als deel van hun opdrachten.

Het OKB gaat wel niet zover om een Molièreclausule toe te voegen. Hierover werd op 20 juni 2017 in de Commissie voor de sociale zaken een parlementaire vraag gesteld, die is opgenomen op deze BeSWIC website: 18419 Kamer - de Molièreclausule. Wel bestaat er reeds in de bouw een CAO van 30 september 2019 over communicatie op de bouwplaats.

Merk op dat het VCA-diploma niet wordt vermeld in het OKB, aangezien het aantonen van de gevolgde opleiding ook kan gebeuren door andere attesten.

Opleiding Constructiv

Voor werknemers die vallen onder het paritair comité 124 van de bouw (PC 124), heeft Constructiv in uitvoering van de CAO van 12 mei 2022 opleidingsmateriaal uitgewerkt. Over deze CAO verscheen volgend bericht op deze BeSWIC website: CAO Basisveiligheidsopleidingen voor de bouwsector.

Het betreft een algemene module (6 uur) die te combineren is met één van de aanvullingen (2 uur) aangepast aan de beroepen ruwbouwwerken, afwerking, dakwerken, wegenwerken en schrijnwerk. Het materiaal is beschikbaar in 8 talen.

De documenten in de verschillende talen zijn beschikbaar op de website “Building Your Learning” van Constructiv:

Voor meer informatie kan men ook terecht op de website van Constructiv, in de rubriek Basisveiligheidsopleidingen.

De website biedt ook een FAQ Basisveiligheid, onderverdeeld in 5 thema’s:

  • Toepassingsgebied
  • Timing
  • Vrij- en gelijkstellingen, uitzonderingen en hoe dat te bewijzen/aan te vragen?
  • Praktisch
  • Toezicht, controle en afdwingbaarheid

In de “frequently asked questions” (FAQ) rond het toepassingsgebied vindt men een lijst van opleidingen die door het Beheerscomité als evenwaardig zijn erkend.

In een andere FAQ rond “Vrij- en gelijkstellingen, uitzonderingen en hoe dat te bewijzen/aan te vragen?” vindt men de 4 situaties waarop men zich kan beroepen om vrijgesteld te worden.

Informatie over het aantal medewerkers in de bouw en andere kerncijfers is beschikbaar in het meest recente jaarverslag van Constructiv: Constructiv Jaarverslag 2020.

VCA

Zoals hierboven vermeld, is er in het ontwerp-KB geen verwijzing naar het VCA-diploma ("Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers") of het VCA-certificaat. Het aantonen van de gevolgde opleiding kan immers ook door het voorleggen van andere attesten. Dit neemt niet weg dat dit in de praktijk geen belang zou hebben. Het beheerscomité van Constructiv erkent de VCA Basisveiligheid (B-VCA) en VCA voor leidinggevenden (VOL-VCA) als gelijkwaardig.

Bij VCA-gecertificeerde bedrijven (zowel VCA*, VCA** als VCAp) moeten alle operationele medewerkers, die langer dan drie maanden in dienst zijn, beschikken over een geldig B-VCA-diploma (vraag 3.2 van VCA 2017/6.0 referentieel (PDF, 2,17 MB)) en moeten alle operationeel leidinggevenden die langer dan drie maanden in dienst zijn beschikken over een geldig VOL-VCA-diploma (vraag 3.3 van VCA 2017/6.0 referentieel (PDF, 2,17 MB)). De diploma’s of registratie kan worden teruggevonden in het Centraal Diploma Register (voor examens bij Nederlandse opleidingsinstellingen op te zoeken via de website van het CDR; voor examens bij Belgische opleidingsinstellingen op te zoeken via de website Contractor Safety Management).

Ook rond communicatie zijn er aanknopingspunten. In vraag 3.7 van het referentieel peilt men of anderstalige medewerkers zodanig worden ingezet dat communicatie over relevante VGM-zaken effectief plaatsvindt. Hiervoor wordt gekeken naar een communicatieplan. Op deze manier geeft men invulling aan de verplichte vraag 3.7 “Vindt communicatie over VGM-zaken plaats zonder taalbelemmeringen?” voor alle VCA-niveaus. Op de website van de Nederlandse VCA is een voorbeeld te vinden van een dergelijk communicatieplan: Communicatieplan VCA 2017/6.0, checklist 3.7 (PDF, 136 KB).

Hoofdstuk 10 “Inkoop van diensten” bevat 3 vragen over onder andere contractoren en uitzendkantoren. Een VCA*-bedrijf moet aan geen enkele vraag voldoen. Een VCA**-bedrijf moet enkel voldoen aan vraag 10.2 “Vindt gestructureerde beoordeling plaats van regelmatig ingeschakelde onderaannemers op basis van de VGM-prestaties?” en optioneel aan de 2 andere vragen. Een VCAp-bedrijf moet voldoen aan alle 3 de vragen van hoofdstuk 10.

Omdat meerdere vragen een invulling geven aan dit ontwerp-KB (en dus vermoedelijke latere regelgeving), en omdat er enkele voorvallen met precaire arbeidsomstandigheden en fraude met onderaanneming in de pers zijn gekomen, zou dit een boost kunnen betekenen voor deze VCA-opleidingen en examens, maar ook een boost in het aantal bedrijven die VCA-gecertificeerd zijn. Meer informatie over VCA is beschikbaar op de website Besacc-vca.be.

Tenslotte moeten VCA-gecertificeerde bedrijven “ernstige incidenten of inbreuk op de regelgeving” volgens IAF MD22 (PDF, 342 KB) melden aan hun certificatie-instelling. De voorvallen die in de pers zijn gemeld vallen, indien het inleners betreft die een VCA-certificatie opleggen aan hun contractoren of VCA-gecertificeerde contractoren zonder formele VCA-verplichting, ongetwijfeld onder deze clausule. Dus de (mogelijk) toekomstige regelgeving is ook van belang voor technisch auditoren die veiligheidzorgsystemen zoals VCA of ISO45001 auditeren.

Tijdens rondgangen en werfbezoeken bij certificatieaudits kunnen deze auditoren bovendien meer peilen naar gevolgde opleidingen, competenties en arbeidsomstandigheden van buitenlandse werknemers en contractoren. Op die manier kunnen ook via deze weg precaire omstandigheden worden aangekaart en nodige correcties door de bedrijven worden uitgevoerd. Naast deze technische auditoren zouden ook de Constructiv-adviseurs (voor wat betreft bedrijven die vallen onder het PC 124) en de preventieadviseur een bepaalde rol kunnen spelen.

Wat betreft preventieadviseurs wordt dit beaamd in het slotwoord van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Werkgelegenheid Geert De Poorter, opgenomen als artikel in de brochure uitgegeven naar aanleiding van 75 jaar Prebes. “En last but not least rekenen we op jullie (red. preventieadviseurs) alertheid om wantoestanden veroorzaakt door mensenhandel en illegale tewerkstelling te signaleren.”

De volledige brochure is beschikbaar op de website van Prebes: Publicatie Prebes 75 jaar.

Wetgevende initiatieven rond ketenaansprakelijkheid

Volgens art. 9 § 2. van de welzijnswet is de werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, ertoe gehouden elke aannemer te weren waarvan hij kan weten of vaststelt dat deze de verplichtingen opgelegd door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten met het oog op de bescherming van de werknemers niet naleeft.

Volgens art. 12ter van de welzijnswet is elke gebruiker van uitzendkrachten ertoe gehouden de diensten te weigeren van het uitzendbureau waarvan hij kan weten dat het zijn verplichtingen opgelegd door deze wet en door de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en hun respectievelijke uitvoeringsbesluiten ten aanzien van zijn uitzendkrachten niet naleeft.

Maar buiten de welzijnswet zijn er ook andere initiatieven rond ketenaansprakelijkheid, aanpassing van de handhavingsrichtlijn 2014/67/EU, enzovoort. Deze initiatieven hebben niet enkel tot doel sociale fraude en precaire arbeidsomstandigheden te beperken, maar ook mensenhandel in diverse sectoren aan te pakken, kordater op te treden en te bestrijden met diverse handhavingsinstrumenten en handhavingsorganen.

Zowel in het binnenland (Borealis, Proximus, Postnl) als in het buitenland (bijvoorbeeld bij de bouw van de voetbalstadions in Qatar voor de wereldbeker voetbal in 2022 en bij Terra Fecundis in Frankrijk) zijn er de laatste tijd voorbeelden te vinden van vaststellingen gedaan door de Arbeidsinspectie bij een aantal bedrijven, zowel in de bouw als andere fraudegevoelige sectoren.

Dit fenomeen geeft aanleiding tot studies door binnen- en buitenlandse organisaties uit diverse sectoren en enkele regelgevende initiatieven. Hieronder een niet-limitatieve lijst van voorbeelden:

Het meest recentste initiatief (eind januari 2023) in een andere sector dan de bouwsector was het voorstel van Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post Petra De Sutter tot aanpassing van de postwet om wantoestanden bij pakjesdiensten aan te pakken. Lees hierover volgende berichten:

Rond sociale dumping bij pakjesbedrijven werden al enkele parlementaire vragen gesteld op 25 november 2022 in de plenaire vergadering van De Kamer. Deze gebundelde vragen zijn beschikbaar op deze BeSWIC website: 55002051P, 55002060P, 55002063P, 55002064P & 55002067P Kamer - De sociale dumping bij pakjesbedrijven

Het is in deze context interessant om te verwijzen naar de diverse hoorzittingen van de Bijzondere Commissie Mensenhandel en Mensensmokkel. Enkele experten getuigden in deze commissie over, onder andere, precaire arbeidsomstandigheden en arbeidsongevallen in verschillende sectoren.

Tijdens de hoorzitting van 5 december 2022 illustreerden de sprekers dat inzet van buitenlandse werkkrachten en de (mogelijke) problemen die hiermee te maken hebben van alle tijden zijn. Men verwees hierbij onder andere naar de inzet van Chinese arbeiders bij de aanleg van de Amerikaanse spoorwegen, hetgeen in 1882 aanleiding gaf tot de Chinese Exclusion Act. Het verslag van de hoorzitting is beschikbaar op de website van de Kamer: Bijzondere commissie belast met de evaluatie van de wetgeving en het beleid inzake mensenhandel en mensensmokkel van maandag 5 december 2022 (PDF, 633 KB).

Deze BeSWIC website publiceerde in het verleden volgende berichten rond fraude en sociale uitbuiting:

Geactualiseerde BeSWIC-berichten

Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om verschillende BeSWIC-artikelen over de bouwsector te actualiseren. De bijgewerkte artikels geven bovenaan de datum van actualisatie weer. Hieronder een overzicht per risicoveld:

Volgende artikels zijn nog altijd actueel:

Dit actualiseringsproces is zeker nog niet achter de rug. Volgende risicovelden en/of artikels zijn nog aan te passen (niet-limitatieve lijst):