20.02.2017

Het werk wordt steeds flexibeler en complexer, dat blijkt uit een studie van de KU Leuven. De arbeidsmarkt kent een stelselmatige verschuiving waarin monotone, simpele jobs verdwijnen. In de plaats komen complexe jobs waarvoor specifieke competenties nodig zijn. Die toegenomen complexiteit brengt ook extra werkdruk met zich mee.

Steeds meer complexe jobs

In onze economie van hoogtechnologische industrie en gespecialiseerde diensten is hoe langer hoe minder plaats voor monotone, repetitieve banen. Voor mensen zonder diploma wordt het daardoor almaar moeilijker om op te boksen tegen robots die sneller en vooral goedkoper zijn voor simpel bandwerk.

Tussen 2010 en 2015 daalde het aantal mensen dat in dergelijke 'laagwaardige jobs' aan de slag is van 10 naar 8 procent van de werkende bevolking. Dat blijkt uit een studie van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) van de KU Leuven, in opdracht van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Tegelijk nam de complexiteit van het werk toe, met meer ingewikkelde opdrachten waarvoor de werknemer zich moet bijscholen en waarin hij onvoorziene problemen moet kunnen oplossen. Iets meer dan een op de vijf werknemers vindt dat hij in zijn job zeer complexe taken moet aankunnen. Twee derde moet nooit repetitief werk doen, terwijl voor nog maar 15 procent van de werknemers de job hoofdzakelijk bestaat uit repetitief werk.

De verschuiving waarbij eenvoudige jobs voor laaggeschoolden verdwijnen, is al jaren aan de gang. Als de competenties van de gemiddelde werkkracht in 1995 nog een indexwaarde van 100 vertegenwoordigden, zitten we twintig jaar later al aan 125. Die toename betekent dat we complexer werk uitvoeren waarvoor meer bijscholing nodig is.

Meer stress op het werk

In het algemeen is de kwaliteit van jobs sinds 2010 licht verbeterd. Toch vertaalt dat zich niet in minder stress. Integendeel, bij de overgang van monotone jobs naar een complexer takenpakket neemt de stress toe.

De werknemer heeft misschien meer voldoening uit de verschuiving naar uitdagend werk, maar de schaduwzijde is wel dat het stressniveau toeneemt. Op verzoek van ‘De Tijd’ analyseerden de onderzoekers van de KU Leuven het verband tussen complexer werk en stress. Daaruit blijkt dat als de complexiteit van het takenpakket toeneemt, er ook significant meer stress wordt ervaren en dat de balans tussen werk en privé erop achteruitgaat.

Terwijl in 2010 28 procent van de respondenten aangaf meestal of altijd stress te ervaren tijdens het werk is dat aandeel in 2015 toegenomen tot iets meer dan 33 procent. In vijf jaar tijd daalde ook het aantal zorgeloze werknemers: terwijl in 2010 een op de drie zelden of nooit stress had op het werk, was dat in 2015 nog 28 procent. Een op de vijf werknemers gaf in 2015 ook aan dat zijn job een sterke negatieve invloed heeft op zijn gezondheid. Ook de mentale gezondheid en de slaapkwaliteit van de werkende Belg gingen tussen 2010 en 2015 achteruit.

Voor bedrijven kan de stressopstoot problematisch zijn, omdat die vaak gepaard gaat met gezondheidsproblemen, burn-out en langdurige afwezigheid.

Meer autonomie brengt soelaas

Als antigif kunnen werkgevers hun werknemers meer vrijheid geven in hoe ze zich organiseren en hun complexere job uitvoeren. Meer autonomie in hoe we ons werk aanpakken heeft een gunstig effect op het stressniveau en hoe we de balans werk-privé ervaren.

Keuzevrijheid kan een tegengif bieden voor de toenemende complexiteit van de taken, waardoor de stress toeneemt. Enkel vrijheid om te kiezen hoe we het werk uitvoeren heeft een gunstig effect op de mate waarin stress wordt ervaren. Bij autonomie om zelf te kiezen wanneer we werken is er geen of amper impact op het stressniveau.

Tegenover meer uitdaging moet er dus ook meer ondersteuning en autonomie staan en de eisen moeten in lijn liggen met wat de werknemer aankan. Als daarin geen balans zit, ontstaan problemen. Als iemand te veel uitdaging krijgt, kan dat stress veroorzaken.

Aan de andere kant kan het ook doorslaan in te eenvoudige routineuze taken. Werknemers die onvoldoende uitdaging krijgen, komen sneller in het andere uiterste terecht met een ander soort stress die eerder te maken heeft met verveling en die kan leiden tot een bore-out.

De Belg kreeg tussen 2010 en 2015 meer autonomie om te bepalen hoe hij zijn werk invult en verschillende taken organiseert. Dat zeggen 2.500 respondenten in een uitgebreide vijfjaarlijkse bevraging. De Belg kreeg tussen 2010 en 2015 ook meer vrijheid om te kiezen wanneer hij zijn uren wil presteren. We werken ook steeds minder op één vaste locatie.

(Bron: De Tijd, 17 januari 2017)