De burn-out epidemie

In 2015 waren er in België 8.208 personen in invaliditeit wegens burn-out, waaronder 555 zelfstandigen.

Die cijfers weerspiegelen de realiteit niet. Zij hebben enkel betrekking op de werknemers die sinds meer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn. De personen die gedurende een kortere periode (zes of negen maanden bijvoorbeeld) niet kunnen werken, zijn daarin niet opgenomen. Veel meer mensen zouden dus aan een burn-out lijden die hen verhindert om te werken. Een studie uitgevoerd door Securex toonde aan dat bijna één werknemer op tien (9,2%) aan een reële burn-out lijdt.

Volgens de cijfers van het Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) is er op vijf jaar tijd een verdubbeling van het aantal personen die zich in die situatie bevinden. In 2010 waren er 4.574 loontrekkenden die sinds meer dan een jaar met een burn-out kampten. In 2015 waren die met 7.653.

Volgens het RIZIV heeft de problematiek van (langdurige) burn-out in 2015 een kostprijs van 106.729.881,61 euro. Meer dan 99 miljoen euro van dat bedrag werd besteed aan de uitkeringen aan loontrekkenden die hadden afgehaakt.

Burn-out is erkend als beroepsziekte en wordt door professionelen gedefinieerd als een toestand van algemene uitputting, zowel psychisch, emotioneel als mentaal. Die toestand wordt in verband gebracht met de arbeidsomgeving. De werknemers ervaren hun thuisbasis als een beschermend cocon en hebben de kracht niet meer om te werken.

De gemiddelde duur van de arbeidsongeschiktheid door burn-out wordt door het RIZIV op 3 jaar geschat. Meestal komen de werknemers al na acht maanden die "kwaal van de eeuw" te boven.

Het aantal personen dat sinds meer dan een jaar arbeidsongeschikt is om psychische redenen (depressie of andere mentale problemen) is eveneens aan het stijgen. Tegenover 88.535 getroffen loontrekkenden in 2010, is dit aantal gestegen tot 122.825 in 2015.

(Bron: Laura Cerrada-Crespo, La Dernière Heure, 19 november 2016, Pagina 2)