27.10.2017

Burn-out is een slecht gedefinieerd en gekwantificeerd begrip. Een team van onderzoekers van de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) heeft een nieuw instrument ontwikkeld om burn-out vast te stellen en te meten.

Definitie

De term burn-out is een wazig begrip geworden en is niet erkend als medische pathologie. Er bestaat geen wetenschappelijke definitie waarover een consensus bestaat.

De diagnose van burn-out wordt overgelaten aan artsen, vooral huisartsen, die niet beschikken over een meetinstrument of een duidelijke definitie.

De Amerikaanse psychologe Christina Maslach heeft burn-out omschreven als een syndroom dat wordt gekenmerkt door mentale, fysieke en emotionele uitputting en een gevoel van onbekwaamheid. Die definitie is meer dan dertig jaar oud en het meest gebruikte meetinstrument, de Maslach Burn-out Inventory (MBI), is te onnauwkeurig gebleken. Die omschrijving gaat vooral voorbij aan belangrijke factoren, zoals de cognitieve functiestoornissen die een essentieel onderdeel blijkt te zijn van burn-out.

Steffie Desart, onderzoekster bij de Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie van de KU Leuven en geassocieerd met de professoren Hans De Witte (KU Leuven) en Wilmar Schaufeli (universiteit van Utrecht) heeft een nieuwe en duidelijkere definitie van burn-out opgesteld. Het team heeft 5 kernsymptomen bepaald:

  • de fysieke en psychologische uitputting: men voelt zich leeg, men ervaart een gebrek aan energie om de werkdag aan te vatten en men slaagt er niet in zich te ontspannen;
  • het cognitief controleverlies: er treden geheugenproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen op en men kan niet meer zo helder denken;
  • het emotioneel controleverlies: agressief gedrag tegenover de collega's, men gaat tegen hen roepen en furieus reageren;
  • de mentale distantie: het mentaal afstand nemen van zijn werk, dat vaak leidt tot onverschilligheid en duidelijk cynisme;
  • een somber humeur: men voelt zich gevangen, geremd, nutteloos.

Het team beschrijft twee aandoeningen die verband houden met stress en die het gevolg zijn van de vijf vermelde symptomen. Het gaat om uiteenlopende psychosomatische klachten: slaapproblemen, seksuele malaise, hoge bloeddruk, hart- of ademhalingsproblemen, spierspanningen, spijsverteringsproblemen, geen geluid verdragen, ...

Meetinstrument BAT

Op basis van de nieuwe definitie heeft de KU Leuven een nieuw meetinstrument ontwikkeld met de naam "Burnout Assessment Tool" (BAT).

Bovendien moeten ook nog de drempels worden bepaald vanaf dewelke de werknemers die door de vijf symptomen werden getroffen, er ziek van worden. Net zoals een depressie sterk verschilt van droefheid of een gevoel van ontmoediging, heeft men een maatstaf nodig om te weten wanneer een gevoel van onbehagen in een syndroom omslaat. Vanaf welke intensiteit, welke duur en met welke aard van onomkeerbaarheid kan men spreken van een burn-out?

Er werd een klinische schaal ontwikkeld, die gebaseerd is op de gemiddelde scores van patiënten die voor burn-out werden behandeld. De schalen werden opgesteld op basis van peilingen die werden uitgevoerd bij representatieve groepen van werknemers.

Met de invoering van het BAT zou het aantal werknemers met een burn-out lager moeten liggen. Het zou tevens een hulpmiddel kunnen worden om de opsporing, de behandeling van patiënten (welke behandelingen werken goed en welke moeten worden geschrapt) en de preventie van burn-out doeltreffender aan te pakken.

Het BAT zal vanaf januari 2018 beschikbaar zijn voor patiënten, dokters en ondernemingen.

Meer informatie daarover op de website Burnout Assessment Tool.

Bron: Le Vif/L'Express, 20/10/2017, p. 32, Le burnout enfin défini