Stijging van het aantal arbeidsongevallen bij jongeren

Een statistisch onderzoek bij 25.000 ondernemingen toont de onrustwekkende explosie aan van het aantal arbeidsongevallen in de leeftijdscategorie van 21 tot 30 jaar.

Op tien jaar tijd is het aantal arbeidsongevallen bij jongeren van 21 tot 30 jaar gestegen met 272,8 %. Dit is de verontrustende statistiek die blijkt uit het onderzoek van de Group S bij 25.000 ondernemingen die erbij zijn aangesloten en die ongeveer 250.000 werknemers en werkneemsters vertegenwoordigen.

Tegelijkertijd toont hetzelfde onderzoek echter aan dat over het algemeen het globaal aantal arbeidsongevallen is verminderd met 58 %. In totaal is dit een daling met meer dan 10.000 ongevallen op 10 jaar die de Group S waarneemt.

Vandaag vertegenwoordigen de ondernemingen die actief zijn in de bouw het grootste aantal ongevallen, met 1.720 arbeidsongevallen die werden aangegeven per instelling in 2018. Vervolgens komen de ondernemingen die bruggen en wegen bouwen (481). In de rusthuizen gebeuren ook een niet te verwaarlozen aantal arbeidsongevallen met 53 gevallen in 2018.

Maar de meest verontrustende evolutie is die van de werknemers van 21 tot 30 jaar. Terwijl Group S in 2008 voor deze leeftijdscategorie 588 arbeidsongevallen heeft geteld, werden er in 2018 meer dan 1.600 ongevallen geregistreerd.

Zo blijkt dezelfde evolutie uit het rapport van het Federaal agentschap voor beroepsrisico's (Fedris). Hoewel het aantal arbeidsongevallen over het algemeen afneemt, stijgt dat sterk bij jongeren en worden die meer er meer vastgesteld op het traject tussen woon- en werkplaats.

Volgens Philippe Niemegeers, expert bij Group S, kan deze evolutie worden verklaard door een gebrek aan opleiding op het terrein en het te frequent gebruiken van smartphones op de werven. Het gebruik van de telefoon vormt een gevaar waaraan de jonge generatie in het bijzonder wordt blootgesteld. Smartphones moeten op de werven volledig worden verboden. Ze leiden de aandacht af en verhogen het risico om zich pijn te doen aanzienlijk.

(bron: Le Soir, 29 april 2019)