De ‘roadmap on carcinogens’ is een Europese bewustmakingscampagne waarbij goede praktijken op de werkvloer worden gepromoot ter preventie van risico’s van kankerverwekkende stoffen op het werk.

Dit initiatief werd gelanceerd onder het Nederlands voorzitterschap van de Raad van de EU in de eerste helft van 2016.  De actie wordt gedragen door de overkoepelende Europese werknemers- en werkgeversorganisaties en door de betrokken overheidsdiensten. Meer informatie op: https://roadmaponcarcinogens.eu.

Colloquium in het kader van de Roadmap on carcinogens

De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg organiseerde als ‘friend of the roadmap’ op dinsdag 30 mei 2017 een colloquium over hoe beroepskankers kunnen voorkomen worden door risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende chemische agentia op de werkplek te vermijden. Jaarlijks tellen we in de EU immers 100.000 overlijdens omwille van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk. Kanker is de voornaamste oorzaak van arbeidsgerelateerde sterfgevallen in de Europese Unie.

Tijdens dit colloquium werd  verder gekeken dan de welzijnswetgeving, de Europese regelgeving over chemicaliën kwam ook aan bod omdat deze wetgeving een grote bijdrage kan leveren aan de bescherming van werknemers.

Verder werd aandacht besteed aan hoe de preventie georganiseerd kan worden, aan hoe men risico’s kan opsporen, en er werden enkele goede praktijken getoond.

Een beknopt verslag van het colloquium:

Wat zegt de regelgeving?

Experts van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu schetsten het Belgische en Europese juridische kader:

  • de welzijnswet van 4 augustus 1996;
  • het koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk;
  • het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk;
  • het koninklijk besluit van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest;
  • de REACH verordening (1907/2006);
  • en de CLP verordening (1272/2008).

Naast het algemene overzicht van de relevante regelgeving werd er dieper ingegaan op de chemische veiligheidsbeoordeling van stoffen (gevarenbeoordeling, risicobeoordeling en risicokarakterisering), en het belang van de aandacht hierbij voor de volledige levenscyclus, inclusief recyclage: de blootstelling tijdens recyclage kan immers sterk afwijken van de blootstelling tijdens het ‘normale’ gebruik van een product.

Meer informatie op:

  • de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: Startpagina > Thema's > Welzijn op het werk > Chemische, kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia
  • de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: REACH
  •  de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: CLP
  • de website van ECHA (European Chemicals Agency): Wetgeving

Hoe risico’s voor mogelijke kankers opsporen?

Prof. Dr. Lode Godderis gaf een interessante uiteenzetting over hoe men risico’s voor mogelijke kankers vroegtijdig kan opsporen. Hij toonde het belang aan van inductieve methoden om te compenseren voor de tekortkomingen van de gebruikelijke deductieve risicoanalyse, en pleitte voor een OSH-vigilantie naar analogie met de farmacovigilantie. Hij gaf onder meer een overzicht van diverse meldingssystemen die wereldwijd bestaan en benadrukte de noodzaak van een kritische ingesteldheid en het belang van meldingen van mogelijke schadelijke effecten door preventieadviseurs. In België kan men bij een vermoeden over een nieuw verband tussen gezondheid en werk een melding doen via de website SIGNAAL, die staat voor “Signalering Nieuwe Arbeidsgerelateerde Aandoeningen Loket”.

Via dit online loket kan men vermoedens over nieuwe verbanden tussen gezondheid en werk voorleggen aan een panel van deskundigen van het Centrum Omgeving en Gezondheid van de KULeuven. Op die manier wil men komen tot een meer gestructureerde opsporing van mogelijke nieuwe risico’s via meldingen door bedrijfsartsen. Meer informatie op: https://www.mysignal.be.

Inspectiecampagne

Dimitri De Coninck van het laboratorium van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg gaf een verslag van een nationale inspectiecampagne van 2015, uitgevoerd in de sector van de oppervlaktebehandeling van metalen. De focus lag op galvanobedrijven met specifieke aandacht voor het gebruik van hexavalente chroomverbindingen. Enkele resultaten van de campagne:

  • In 77% van de bezochte ondernemingen maakte men gebruik van carcinogene en/of mutagene agentia en in 56% van hexavalente chroomverbindingen.
  • In 3 op 4 van de bezochte ondernemingen is men op de hoogte van de opname van hexavalente chroomverbindingen in de REACH -autorisatielijst en gevolgen ervan. Een belangwekkende vaststelling van de campagne was dat het REACH-autorisatie proces een belangrijke hefboom is voor de door het KB van 2-12-1993 (carcinogene en mutagene agentia) opgelegde substitutie.
  • Verder onthouden we dat de Belgische grenswaarde van 50 µg/m3 tijdens de metingen, uitgevoerd door de inspectie, nergens overschreden werd en dat zelfs in 43% de resultaten kleiner waren dan 1 µg/m3 (de veel lagere grenswaarde die o.m. in Frankrijk en Nederland gehanteerd wordt).

Dit bracht Tony Musu van ETUI tot de bemerking dat een lagere Belgische grenswaarde wenselijk zou zijn en haalbaar is. In Frankrijk en Nederland wordt een 50 maal lagere grenswaarde gehanteerd: 1 µg/m3. De momenteel door de Europese Commissie voorgestelde grenswaarde van 25 µg/m3 heeft een zeer groot ‘restrisico’ van twee tot veertien gevallen van longkanker op 1000 werknemers (SCOEL aanbeveling van 2004 gebaseerd op risicoschatting).

De grootste knelpunten die de campagne aan het licht bracht waren:

  • dat slechts 1 op 2 van de bezochte ondernemingen een schriftelijke risicoanalyse over chemische agentia had;
  • dat er te weinig wordt gemeten;
  • dat in 1 op 4 van de bezochte ondernemingen de opslag van gevaarlijke stoffen niet correct gebeurde.

Meer informatie op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:  Startpagina > Nieuws > Inspectiecampagne rond chemische agentia in de sector van de oppervlaktebehandeling van metalen: resultaten

Praktijkvoorbeeld: campagne voor schone lucht in de luchthaven van Kopenhagen

Tony Musu van ETUI bracht een voorbeeld over de preventie van risico’s verbonden aan kankerwerkende stoffen in de luchthaven van Kopenhagen waar 23.000 personeelsleden werken, waaronder 3.000 op de tarmac. Sinds 2004 vermoedden de preventiediensten dat de luchtvervuiling een risico was voor de gezondheid van de werknemers. In 2008 werd een eerste geval van blaaskanker bij een bagagehanteerder door de Deense autoriteiten erkend als beroepsziekte (later gevolgd door nog 4 andere gevallen van blaaskanker en één geval van COD). Na media-aandacht voor deze zaak startte een dialoog tussen de vakbonden en de werkgevers over de aanpak van dit probleem. Eerst werd er een luchtmeetprogramma opgezet om de vervuiling te kwantificeren. Metingen wezen op hoge vervuilingspieken door de vliegtuigen en de dieselvoertuigen, vooral bij aankomst en vertrek.

Werkgroepen met vakbondsafgevaardigden en vertegenwoordigers van het management werkten aan maatregelen op diverse vlakken:

  • gedragswijzigingen: piloten werd gevraagd de motoren niet onnodig lang te laten draaien;
  • technische aanpassingen: geleidelijk vervangen van dieselvoertuigen door elektrische voertuigen;
  • organisatorische aanpassingen: slepen van vliegtuigen naar takeoff-plaatsen;
  • gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen: maskers voor de meest blootgestelde werknemers.

Daardoor werd het vervuilingsniveau reeds met de helft gereduceerd.

Deze case toont eveneens de nood van de opname van dieseluitlaatgassen in het toepassingsgebied van de richtlijn 2004/37/EG (bescherming van werknemers tegen kankerverwekkende en mutagene agentia) aan.

Meer informatie in het Engels op de website van Unite the union.

Preventie in de praktijk: collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen bij de manipulatie van cytostatica

David Vanhelmont, EHS&S Manager, bij CENEXI-Laboratoires Thissen S.A., stelde de preventie-aanpak voor bij een bedrijf waar met cytostatische geneesmiddelen wordt gewerkt (ontwikkeling van formulering, formulering, verpakking , … ).

Bij deze producten ontbreekt vaak een deel van de klassieke informatie over werknemersbescherming die normaal gezien opgenomen is in het veiligheidsinformatieblad. Daarom werkt het bedrijf met een gevalideerd control-bandingsysteem (Control Strategy Selection Guide) waarmee wordt bepaald  welke collectieve en eventueel individuele beschermingsmiddelen voor een welbepaald proces, met een welbepaalde stof worden gebruikt.