Deze module bevat voorbeelden van goede praktijken over welzijn op het werk. Goede praktijken zijn voorbeelden van een succesvolle toepassing van het preventiebeleid in een onderneming. Een aantal van de goede praktijken in deze module zijn laureaten of eervolle vermeldingen van prijzen die door de FOD Werkgelegenheid en zijn partners ingericht werden, aangevuld met goede praktijken aangebracht door experts.

Wat is een “goede praktijk”?

Goede praktijken moeten duidelijk aantonen hoe ze zijn toegepast op de werkplek (hypothetische voorbeelden worden niet in behandeling genomen) en moeten zo veel mogelijk bewijs bevatten van één of meer van de volgende bepalingen:

  • een grondige analyse van risico’s op de werkplek, gevolgd door praktische maatregelen die tot doel hadden de risico’s te voorkomen of te verminderen, en die op basis van een participatieve benadering ten uitvoer zijn gelegd;
  • organisatorische maatregelen die tot doel hadden risico’s te verminderen, op primair (risico’s vermijden), secundair (werknemers beschermen tegen risico’s die niet kunnen worden vermeden) of tertiair (werknemers helpen die last hebben van hun gezondheid) interventieniveau;
  • organisatorische maatregelen die gericht waren op de rol van managers in het hogere en middenkader bij het tot stand brengen van een goede werkomgeving;
  • de tenuitvoerlegging van een holistische benadering van veiligheid en gezondheid op het werk, met inbegrip van de analyse en aanpak van risico’s en de bevordering van de gezondheid op de werkplek;
  • de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van praktische hulpmiddelen om risico’s op het werk in kaart te brengen en aan te pakken.

Voor voorbeelden van goede praktijken wordt gekeken naar de volgende criteria:

  • echt en doeltreffend beheer van risico’s;
  • maatregelen gericht op de werkplek;
  • succesvolle implementatie van maatregelen;
  • daadwerkelijke en aantoonbare verbeteringen op het gebied van veiligheid en gezondheid;
  • aandacht voor de diversiteit onder het personeel;
  • effectieve participatie en betrokkenheid van werknemers en hun vertegenwoordigers;
  • de duurzaamheid van de maatregel;
  • de mogelijkheid om op andere werkplaatsen te worden doorgevoerd, ook in de kmo’s;
  • tijdigheid: het gaat om een concrete maatregel die niet overbodig is gemaakt door recente wijzigingen aan de regelgeving, betere praktijken of technische verbeteringen.

Daarnaast moet de maatregel voldoen aan de relevante wettelijke vereisten en idealiter verder gaan dan deze minimumnormen.

Goede praktijken die werden bekroond of een eervolle vermelding kregen in het kader van de Award voor goede praktijken van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA), of praktijken die een prijs ontvingen van één van de erkende partners, worden opgenomen in deze module.

De FOD Werkgelegenheid subsidieert ook goede praktijken of lanceert projecten die kunnen uitgroeien tot een goede praktijk,  voor zover deze een innoverend karakter hebben, concreet toepasbaar zijn op de werkvloer en overdraagbaar zijn. 

Interventietheater (Arteveldehogeschool Gent, 2019)

Arteveldehogeschool ontwikkelde, vanuit een jarenlange expertise, een innovatie en vernieuwde theatermethodiek om burn-out in bedrijven op een participatieve manier aan te pakken: het interventietheater. Deze methode nodigt organisaties uit om out-of-the-box na te denken over de mogelijkheden om...

Orientez-moi (Waalse Overheidsdienst, 2019)

Dit pilootproject past in het kader van de primaire en secundaire preventie en heeft tot doel om voor de werknemers van de Waalse Overheidsdienst een telefoonlijn te creëren die "orientez-moi" wordt genoemd. Dit maakt het voor elke werknemer die de voortekenen van een werkgerelateerde psychische...

Secundaire preventie van burn-out (Fedris, 2019)

Dit proefproject pakt burn-out aan in een vroeg stadium. Personeelsleden van de openbare instellingen van sociale zekerheid (OISZ) kregen de kans om dankzij gepaste ondersteuning aan het werk te blijven of hun werk snel te hervatten.