Een team onderzoekers van de KU Leuven werkt aan een nieuwe definitie van burn-out. Op basis van de nieuwe definitie hebben de onderzoekers een vragenlijst opgesteld om te peilen naar burn-out.

Definitie

In de oude omschrijving wordt burn-out opgevat als een syndroom van drie samenhangende verschijnselen: uitputting, cynisme en competentieverlies.

Steffie Desart, onderzoekster in de arbeids-, organisatie en personeelspsychologie (KU Leuven), ging te rade bij een veertigtal praktijkexperts om de nieuwe definitie vorm te geven. Daaruit werden vijf kernsymptomen gedistilleerd: uitputting, cognitief en emotioneel controleverlies, depressieve klachten en mentale distantie van het werk. Ook spanningsklachten kwamen vaak terug, zowel psychosomatisch als gedragsmatig.

Vragenlijst

Steffie Desart werkt samen met haar promotoren Hans De Witte en Wilmar Schaufeli aan een vragenlijst om 'burn-out' betrouwbaar in kaart te brengen. In de lente zullen ze die voorleggen aan een grote, representatieve groep Belgen en Nederlanders om te bepalen hoeveel mensen eraan lijden en welke profielen het grootste risico hebben.

De vragenlijst is vooral bedoeld voor artsen en ook bedrijven om de diagnose te stellen of het risico onder de werknemers in te schatten. In geen geval kan de vragenlijst een persoonlijk gesprek met de huisarts of psycholoog vervangen. De vragen helpen om te voorkomen dat de diagnose nattevingerwerk is.

De eerste versie van de vragenlijst is nu af. Ze telt veertig vragen, wat te veel is om ze tijdens een consultatie bij de huisarts af te nemen. De onderzoekers gaan het aantal vragen beperken en die dan testen bij mensen met en zonder burn-out. Daarmee kunnen ze bepalen bij welke score men van een burn-out kan beginnen te spreken.

(Bronnen: 'De Morgen' en 'De Standaard' – 22 februari 2017)