Het preventieprogramma voor lage rugpijn van het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris) bestaat 10 jaar. Dankzij dit programma kunnen werknemers met lage rugpijn gratis een revalidatieprogramma volgen. Om nog meer werknemers tot dat programma toe te laten, zullen vanaf volgend jaar de voorwaarden worden versoepeld en zal de financiële tussenkomst voor een ergonomische aanpassing van de werkplek worden verhoogd.

Ongeveer 70% van alle volwassenen krijgt minstens éénmaal in zijn leven te maken met lage rugpijn. Meestal gaat de pijn vanzelf weg. Als de pijn evenwel langer blijft aanslepen, dan bieden revalidatiecentra mogelijkheden aan om specifieke programma’s te volgen.

Dankzij het preventieprogramma van Fedris kunnen werknemers met lage rugpijn die 4 weken tot 3 maanden arbeidsongeschikt zijn en lage rugpijn hebben ten gevolge van hun werk, gratis tot 36 sessies volgen in een revalidatiecentrum, met toepassing van kinesitherapie, ergotherapie, fysiotherapie, enzovoort. Ook de werkgever krijgt een forfaitair bedrag om ergonomische interventies te doen.

Het programma werd 10 jaar geleden opgestart om werknemers te helpen zodat hun lage rugpijn niet tot een chronische ziekte zou evolueren. Het preventieprogramma van Fedris was tot nu toe erg succesvol, zowel op medische vlak, als op vlak van tevredenheid van de patiënten en werkhervatting.

Meer dan 8000 werknemers hebben de afgelopen 10 jaar het programma gevolgd. Omdat meer werknemers baat kunnen hebben bij het volgen van het programma, stelt Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block voor om het programma uit te breiden en de voorwaarden te versoepelen:

  • 4 weken tot 6 maanden arbeidsongeschikt zijn wegens lage rugpijn, in plaats van tot 3 maanden;
  • ergonomische belasting voor de rug is een nieuw aanvaardingscriterium, naast het hanteren van lasten en mechanische trillingen;
  • aanvraag indienen kan ook via de arts van het revalidatiecentrum en dus niet enkel door de bedrijfsarts;
  • het bedrag van de ergonomische interventie gaat van € 418,29 naar € 470;
  • bij het werkhervattingsonderzoek, waarbij de bedrijfsarts vaststelt dat er aangepast werk is of een andere functie wordt uitgevoerd, kan de werknemer zich nu toch nog inschrijven voor het programma.