Het gebruik van een steiger is uiteraard een zeer interessante oplossing om werkzaamheden op een hoogte uit te voeren. Het gebruik van een dergelijke uitrusting maakt het enkel mogelijk om aan de veiligheidsdoelstellingen te voldoen als bepaalde principes correct worden toegepast.

De montage van de steiger mag geen groter risico op vallen teweegbrengen dan het risico dat verbonden is aan de uitvoering van de werkzaamheden bij de aanvang ervan.

Bij het bouwen van een steiger moet een berekeningsnota worden opgemaakt die het mogelijk maakt om de belasting te bepalen die de steiger moet kunnen dragen tijdens de werkzaamheden. Deze zeer complexe problematiek moet worden behandeld door specialisten van het type ″stabiliteitsingenieurs″ wanneer de steigers oud of zeer bijzonder zijn. Voor de nieuwe steigers die gebouwd zijn op basis van een norm, daarentegen, wordt deze norm beschouwd als de berekeningsnota.

Een uitwisseling van informatie moet plaatsvinden tussen de werkgever die de steiger monteert en diegene die de werkzaamheden gaat uitvoeren bij de aanvang van deze stellingbouw. Deze uitwisseling van informatie moet waarborgen dat de steiger aangepast is aan de uit te voeren taken en dat de belasting die de steiger ondergaat tijdens de werkzaamheden in rekening wordt genomen bij het ontwerp ervan.

De toegang tot de steiger kan enkel worden toegestaan voor de personen die deze absoluut moeten gebruiken. Deze personen moeten een voorafgaande opleiding hebben gevolgd waardoor zij de risico's kunnen beheersen die verbonden zijn aan het gebruik van de steiger alsook de risico's die zij kunnen veroorzaken.

Montage en gebruik

Het is nodig om een onderscheid te maken tussen de werkgever die de montage, de demontage of de ombouw van de steiger uitvoert en de werkgever die de steiger gebruikt.  In de meeste gevallen gaat het niet om dezelfde werkgever.

Als de werkgever die de steiger gebruikt niet dezelfde is als diegene die de steiger monteert, demonteert of ombouwt, moet deze laatste alle nuttige informatie bezorgen aan de werkgever die de steiger gebruikt. 

Coördinatie tussen de twee is dus noodzakelijk.  De werkgever die de steiger gebruikt bepaalt bijvoorbeeld de aard van de activiteiten die hij wil uitvoeren bij de aanvang van de stellingbouw en vermeldt deze in het bestek of in elk ander document.  Zo zal de andere partij in staat zijn om hem een steiger ter beschikking te stellen die aangepast is aan de activiteiten die werden vermeld.

De werkgever die de steiger gebruikt ziet erop toe dat de steiger gedurende de hele gebruiksperiode in overeenstemming blijft met de reglementaire eisen en de aanbevelingen van de werkgever die instaat voor de montage van de steiger.

  • Werken op hoogte - Publicaties

    Niet-bindende praktijkgids voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2001/45/EG (Werkzaamheden op hoogte) (EU - Europese Commissie - 2008)

    Deze gids helpt de KMO's in het bijzonder om het best aangepaste arbeidsmiddel te kiezen voor de uitvoering van tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Op die manier kunnen de ondernemingen de veiligheid van hun personeel verbeteren en hun productiekosten beperken. De gids biedt ook aan de verschillende personen die betrokken zijn bij de preventie van ongevallen de middelen om de richtlijn efficiënt toe te passen, daar hierin immers de "beste praktijken" zijn bijeengebracht die als dusdanig worden gedefinieerd door talloze Europese experten.

    Doelgroep: werkgevers, in het bijzonder de KMO's

    De gids is beschikbaar in alle officiële talen van de Europese Unie op de website van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie: Niet-bindende praktijkgids voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2001/45/EG (Werkzaamheden op hoogte)