Een risicoanalyse moet de mogelijke risico's op ontploffing opsporen en analyseren. De analyse van de risico's op ontploffing moet globaal zijn en kan worden gecombineerd met de resultaten van de evaluatie van de andere risico's die in de verscheidene werklocaties van de onderneming werden opgespoord. Als de risicoanalyse de aanwezigheid van een risico aantoont, dan moeten er preventiemaatregelen worden genomen. Er bestaan drie interventieniveaus:

  • primaire preventie: de vorming van explosieve atmosferen verhinderen;
  • secundaire preventie: als de vorming van explosieve atmosferen niet kan worden verhinderd, is het noodzakelijk de ontsteking van explosieve atmosferen te vermijden;
  • tertiaire preventie: als de ontsteking zich toch voordoet, moet men alles in het werk in het werk stellen om de gevolgen van een ontploffing zoveel mogelijk te beperken.

Op basis van de frequentie en de duur van een explosieve atmosfeer in de zone, verdeelt de werkgever de gevaarlijke ruimtes onder in verscheidende zones (0, 1, 2, 20, 21 of 22). Deze zones moeten worden aangegeven aan de hand van een gepaste veiligheids- en gezondheidssignalisering.

Het gaat in dit geval om primaire preventie.

Atmosfeer

Waarschijnlijkheid van een ATEX

Hoog

Gemiddeld en zwak

Zeer zwak

Gas, damp en nevel

Zone 0

Zone 1

Zone 2

Stof

Zone 20

Zone 21

Zone 22

Definities

Ruimte waar voortdurend,
gedurende lange periodes of
herhaaldelijk een explosieve
atmosfeer aanwezig is.

Ruimte waar zich occasioneel
een explosieve atmosfeer kan voordoen
bij normale werking.

Ruimte waar zich geen explosieve
atmosfeer kan voordoen bij normale
werking of als die zich toch voordoet,
zal ze slechts van korte
duur zijn.

Alle gegevens over de zones waar zich een (eventuele) explosieve atmosfeer kan voordoen, en de preventiemaatregelen moeten worden opgenomen in een explosieveiligheidsdocument.

In de zones met een risico op ontploffing moeten arbeidsmiddelen worden gebruikt die het ontploffingsrisico uitschakelen of beperken.

Bovendien moeten de elektrische installaties in de zones met een risico op ontploffing beantwoorden aan de bepalingen die zijn vermeld in de artikelen 105 tot 113 van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI).

  • Campagnes

  • Inspectiecampagne in de sector van de houtbewerking (FOD Werkgelegenheid - België - 2010)

    Tussen februari 2010 en maart 2010 hebben de arbeidsinspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk nagegaan of de sector van de houtbewerking de belangrijkste preventieregels in de dagelijkse praktijk heeft kunnen omzetten.

  • Onderzoeken

  • Ongevallen in silo’s van plantaardige stoffen (Ministère français chargé de l’environnement - Frankrijk - 2008)

    De studie geeft de gegevens en de ervaringsfeedback weer van de analyses van de ongevallen die zich hebben voorgedaan in de silo's met min of meer bewerkte plantaardige stoffen (graangewassen, suiker, ...) in Frankrijk of in het buitenland. De studie heeft geen betrekking op de silo's met houtspaanders of houtdeeltjes.

  • Stofontploffingen op arbeidsplaatsen. Inventaris en analyse (INRS - Frankrijk - 2010)

    De studie heeft betrekking op de activiteitensectoren waar er een groot risico op stofontploffing bestaat: de hout- en metaalsector, de sector van de voedingsmiddelen, de chemie en de geneesmiddelen, alsook de sector van de opslag van graangewassen in bulk.