Om de mensen op een werkplaats af te schermen van gevaarlijke machines en installaties, kunnen technische middelen geïnstalleerd worden. Voorbeelden zijn afschermingskappen en schermen. Ook de beschermingsmiddelen die zich op machines en installaties bevinden, zoals een noodstop, worden meestal ook als collectieve beschermingsmiddelen (CBM) beschouwd.
Tussen mens en machine of installatie
Bepaalde machines of installaties op de werkplaats kunnen gevaarlijk zijn voor de veiligheid en gezondheid van de mens. Werknemers die zich te dicht bij een machine of installatie begeven, kunnen het risico lopen op elektrocutie, gegrepen worden door draaiende delen, blootgesteld worden aan lawaai, warmte, straling, ...
Op de meeste machines en installaties zitten al beschermingsmiddelen die tegen die risico’s beschermen. Bij oudere machines zal dit minder het geval zijn.
Maar als uit de risicoanalyse blijkt dat er nog steeds belangrijke risico’s zijn, kunnen bijkomende collectieve beschermingsmiddelen geïnstalleerd worden.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van dergelijke CBM die een barrière vormen tussen mens en machine of installatie:
- afschermingskappen rond draaiende delen (bv. op een kolomboormachine zoals op de afbeelding hieronder);
- vaste of beweegbare schermen;
- omkapseling van de machine of installatie;
- het vastleggen van veiligheidsafstanden om de toegang tot gevaarlijke zones te voorkomen (dit is eerder een maatregel dan een middel);
- een vloerbekleding uit antislipmateriaal voor de machine: vormt niet echt een barrière, maar beperkt wel het risico op uitglijden en zo door de machine gegrepen te worden;
- ...
Afscherming op kolomboor
Die CBM bestaan in verschillende uitvoeringen en uit diverse materialen. Vaak wordt metaal gebruikt, soms ook veiligheidsglas (als de onderdelen zichtbaar moeten zijn) of hout (als er een kans op corrosie bestaat).
CBM die deel uitmaken van een machine of installatie
Daarnaast zijn er beschermingsmechanismen die op machines en installaties worden gemonteerd en er integraal deel van gaan uitmaken. Deze beschermingsmiddelen zijn dikwijls al gedekt door normen of door de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van de machinerichtlijn, waardoor ze niet in de eerste plaats als CBM moeten worden bestempeld. Het zijn dan eerder voorbeelden van machinebeveiliging en er moet al rekening mee gehouden worden tijdens de ontwerpfase van de machine of installatie.
Voor deze beschermingsmiddelen moet dus meestal geen nieuwe aankoopprocedure worden opgestart. Het gaat hier om vaste onderdelen die bij de machine horen en dus ook ontworpen en gemonteerd worden door de fabrikant van de machine of installatie.
Toch worden veel van dergelijke beschermingsmiddelen, zoals een noodstop, vaak tot de CBM gerekend. Het verschil zit vooral in de benadering: wordt er vertrokken vanuit de machine of vanuit de veiligheid van de mensen in de omgeving van de machine. Het doel en resultaat van het installeren van die beschermingsmiddelen blijft sowieso altijd het garanderen van de veiligheid van alle werknemers.
Enkele voorbeelden van dergelijke CBM (meestal schermen en zogenaamde “beveiligingsinrichtingen”) die deel uitmaken van een machine of installatie:
- afschermingskappen en schermen op machines, bv. een beschermkap op een voetrem om een onvrijwillige bediening te vermijden;
- de noodstop: moet net als alle andere bedieningsmiddelen duidelijk herkenbaar zijn. De operator moet er ook gemakkelijk aan kunnen;
- hand- of lichaamafwijzer: dit mechanisme duwt de handen of het lichaam van de operator weg wanneer de machine zijn beweging uitvoert (bv. wanneer de stempel van een pers naar beneden komt);
- sleutelvergrendelingen op machines;
- dubbele handbediening (tweehandenbediening) op machines;
- in grondverzetmachines (bv. graafmachines): kantelbeveiligingsinrichtingen (ROPS of “roll-over protective structure”) en constructies die beschermen tegen vallende voorwerpen (FOPS of “falling objects protective structure”);
- verlichting en alarmsignalen op machines;
- drukgevoelige matten en vloeren: schakelen de machine in een veilige stand als iemand op de mat of vloer gaat staan of eraf stapt;
- lichtgordijnen: kunnen voor een machine gezet worden. Zodra het lichtveld onderbroken wordt, omdat er bijvoorbeeld iemand zijn hand doorsteekt, wordt dit gedetecteerd en stopt de machine;
Lichtgordijn
- afzuiginstallaties die schadelijke emissies (bv. stof, schaafkrullen, ...) opzuigen;
- een stootblok om ervoor te zorgen dat een bewerkt stuk niet terugslaat (bv. op een houtbewerkingsmachine);
- ...
Deze beschermingsmiddelen moeten aan enkele voorwaarden voldoen:
- Ze moeten gemaakt zijn uit duurzaam materiaal en bestand zijn tegen de normale gebruiksomstandigheden.
- Ze mogen geen nieuw risico’s invoeren, bv. snijdende kanten of uitspringende hoeken waaraan men zich kan bezeren.
- Ze moeten moeilijk afneembaar zijn en de machine moet onmiddellijk stilvallen wanneer de bescherming wordt weggenomen.