Werken met beeldschermen wordt vaak omschreven als fysiek licht werk. Toch kan het nog steeds risico's voor de gezondheid van de werknemers creëren.

Een computer bedienen vraagt weinig kracht maar ook weinig beweging. In combinatie met de vele uren die wij op het werk en thuis aan het toetsenbord doorbrengen, levert dat toch problemen op. Door langdurig eenzelfde houding aan te nemen, blijven dezelfde spiergroepen langdurig gespannen. Daardoor ontstaat een overbelasting van deze spieren en pezen.

Door de verhoogde druk in de spieren wordt de spierdoorbloeding belemmert en stapelen afvalstoffen zich op in de spieren. Dat leidt tot een gevoel van vermoeidheid, maar zorgt er ook voor dat de weefsels beschadigd worden. De langdurige statische belasting is meestal het gevolg van een onaangepaste taakinhoud (gebrek aan afwisseling) en werkorganisatie (gebrek aan pauzes) en een werkplekinrichting die geen beweging stimuleert (ruimtegebrek, verkeerd meubilair,…).

De mens past zijn lichaam gemakkelijk aan ook al moet hij daarvoor ietwat onnatuurlijke houdingen aannemen.

Beeldschermwerk betekent echter vaak uren in dezelfde houding zitten, elke dag opnieuw. Op lange termijn kan een verkeerde werkhouding een zware belasting vormen voor het lichaam.

Volgende verkeerde werkhoudingen treden vaak op bij beeldschermwerk:

  • een voorovergebogen of onderuitgezakte zithouding waardoor de rugspieren constant gespannen zijn en waarbij de tussenwervelschijven aan de voorkant zwaar belast worden (bijvoorbeeld door een slechte stoel);
  • een overdreven gebogen nek als gevolg van het naar beneden kijken (bijvoorbeeld bij het kijken naar documenten op een horizontaal werkblad of bij het kijken naar het toetsenbord);
  • een overstrekte nek door omhoog te kijken (bijvoorbeeld. door een te hoge positie van het beeldscherm of van basisdocumenten, of door het kijken door bifocale brilglazen);
  • gedraaide schouders en of een gedraaide, gebogen nek (bijvoorbeeld door naar een basisdocument te kijken dat op de tafel naast het toetsenbord ligt);
  • afgeknelde benen (onderzijde dij/knieplooi) (bijvoorbeeld door een te hoog ingestelde stoel, onaangepaste vorming van de zitting van de stoel).

Klikken en kijken: veel variatie in onze lichamelijke activiteiten aan het beeldscherm zit er niet meer. In feite werken enkel de vingers en de ogen. Maar continu dezelfde bewegingen maken, belast steeds opnieuw dezelfde spieren en pezen. Bij beeldschermwerk gebeurt dit bovendien vaak in combinatie met een ongunstige gewrichtsstand.

Dit betekent dat de neutrale stand van het gewricht niet gerespecteerd wordt, bijvoorbeeld:

  • een rotatie, buiging, zijwaartse deviatie of overstrekking van de pols bij het bedienen van het toetsenbord of van de muis;
  • gestrekte arm (bijvoorbeeld bij het reiken naar de muis);
  • geheven arm (bijvoorbeeld bij het werken aan een te hoog toetsenbord)

Hoewel de computer veel denkwerk overneemt, is het toch de mens zelf die de gegevens moet invoeren, opdrachten moet geven en bedenken, controles moet uitvoeren, de samenhang overzien,... Door de snelheid waarmee de computer de gegevens kan verwerken, doordat verschillende programma’s tezelfdertijd kunnen open staan, of doordat er met meerdere schermen wordt gewerkt, is er weinig adempauze voor de geest. Dat kan leiden tot mentale belasting.

Daarnaast wordt de software ook steeds complexer. De meeste software wordt dan wel gebruiksvriendelijker, computerprogramma’s voor technische en processystemen kunnen behoorlijk ingewikkeld zijn. Een gebruiker zonder voldoende opleiding kan tegen een digitale muur stoten. Onaangepaste software of een gebrek aan kennis, kan mentale belasting veroorzaken.

Kantooruren zijn minder aan vaste werktijden gebonden dan bijvoorbeeld productie-uren in een fabriek. Bovendien zitten veel mensen ook thuis nog voor de computer om bijvoorbeeld met vrienden te communiceren, nieuwssites te bezoeken, een artikeltje te schrijven voor de hobbyvereniging… Door thuis en op het werk dezelfde apparatuur te gebruiken, dreigt de grens tussen werk en ontspanning te vervagen. Dit verhoogt de kans op mentale belasting.

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Welzijnswet

    In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 moet een werkgever maatregelen nemen voor het bevorderen van het welzijn van de werknemers. Ergonomie heeft hierbij een belangrijke plaats gekregen aangezien het één van de domeinen is in de welzijnswet.

    De andere domeinen zijn: de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid, de psychosociale aspecten veroorzaakt door het werk met aandacht voor geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen en de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op de andere domeinen.

    Ergonomische principes in de wetgeving

    De principes van de ergonomie vormen een rode draad doorheen de wetgeving.

    De werkgever moet het werk aanpassen aan de mens, met het oog op het concept van werkplekken, de keuze van de arbeidsmiddelen en de werkmethode.

    De werkgever is verplicht de risico’s op het werk te analyseren en de preventie te plannen gebaseerd op een systeembenadering waarin volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk.

    Preventiemaatregelen

    De preventiemaatregelen moeten getroffen worden op verschillende gebieden waarbij er duidelijke raakvlakken zijn met de ergonomie:

    • organisatie van de onderneming;
    • inrichting van de arbeidsplaats;
    • conceptie en aanpassing van de werkpost;
    • keuze en gebruik van arbeidsmiddelen;
    • bescherming tegen fysische agentia;
    • keuze en gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij;
    • veiligheids- en gezondheidssignalering;
    • gezondheidstoezicht;
    • psychosociale aspecten.

    Ook in de taakomschrijving van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wordt verwezen naar aspecten die betrekking hebben op ergonomie (risicoanalyse, omgevingsfactoren, analyse van de arbeidsbelasting, technische en organisatorische maatregelen, fysieke en mentale vermoeidheid, werkgerelateerde oorzaken van ongevallen en beroepsziektes,…)

    Ook de preventieadviseur-arbeidsarts moet de interactie tussen de mens en zijn werk onderzoeken met het oog op het aanpassen van het werk aan de mens (aangepaste werkmethodes, aangepaste werkplekken,…).
    Van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk wordt verwacht dat het advies geeft over nieuwe arbeidsmiddelen, arbeidsomstandigheden, de impact van omgevingsfactoren, de maatregelen voor aanpassingen van de techniek ter voorkoming van vermoeidheid en specifieke maatregelen voor de aanpassing van werkposten aan mensen met een handicap.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk.

    Er bestaat ook specifieke reglementering voor de grootte en de kwaliteit van werkruimtes, voor de verlichting, voor het klimaat (temperatuur, vochtigheid en verluchting).

    Ook zijn er verwijzingen naar ergonomie in de wetgeving met betrekking tot: arbeidsmiddelen, werkkledij en persoonlijke beschermingmiddelen, moederschapsbescherming, tijdelijke of mobiele werkplaatsen, nachtwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen, signalisatie op het werk, jongeren op het werk, interims.

    Titel 3 betreffende het manueel hanteren van lasten van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk

    Deze regelgeving legt een hele reeks van preventieve maatregelen vast met betrekking tot het manueel hanteren van lasten.

    Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden van gevaren gerelateerd aan:

    • de last
    • de lichamelijke inspanning
    • de taak
    • de arbeidsplaats en de arbeidsomstandigheden

    Daarnaast worden de verplichtingen van de werkgever vermeld. De werkgever moet preventieve maatregelen nemen die in de eerste plaats gericht zijn op het vermijden van het risico door technische en organisatorische oplossingen. De risico’s moeten geëvalueerd en verminderd worden. De werknemers moeten geïnformeerd en opgeleid worden met het oog op het verminderen van de risico’s. Ook is er medisch toezicht voor werknemers die blootgesteld zijn aan risico’s.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Manueel hanteren van lasten.

    Titel 2 betreffende beeldschermen van boek VIII van de codex

    Deze regelgeving legt een hele reeks preventieve maatregelen of minimumvoorschriften vast.

    De werkgever moet:

    • een analyse van de beeldschermwerkposten verrichten;
    • passende maatregelen nemen voor aanpassingen van de werkplek, de werktafel en stoel, het beeldscherm en toetsenbord, de programmatuur, de werkomgeving in functie van het klimaat, de verlichting en de werkorganisatie;
    • opleiding voorzien voor beeldschermwerkers
    • medisch toezicht voorzien voor onder andere het gezichtsvermogen (nood aan correctiemiddel).

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Beeldschermen.

    Titel 3 betreffende trillingen van boek V van de codex

    Deze wetgeving is zowel gericht op hand-arm trillingen (bijvoorbeeld door trillend handgereedschap) als op trillingen van het gehele lichaam (bijvoorbeeld in voertuigen). Men moet trillingen vermijden. Indien dat niet mogelijk is, moet men een risico-evaluatie maken waarbij men rekening houdt met de grenswaarden. Bij risico’s moet men technische en organisatorische maatregelen nemen. Blootgestelde medewerkers staan onder medisch toezicht.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild