Repetitieve handelingen komen onder andere vaak voor bij inpakwerk, administratief werk, montagewerk, fruitteelt, voedingsindustrie, muzikanten, bouw, …

De repetitieve bewegingen kunnen in combinatie met verkeerde houdingen en het uitoefenen van kracht, een groot risico inhouden voor letsels van de bovenste ledematen. Zelfs beperkte spierbelastingen kunnen ernstige letsels tot gevolg hebben, wanneer deze vaak herhaald worden of wanneer de spieren statisch belast worden.

Letsels van de bovenste ledematen

Het zijn meestal de bovenste ledematen die getroffen worden door een blootstelling aan repetitieve bewegingen. In sommige gevallen kunnen dat echter ook de onderste ledematen zijn, bijvoorbeeld bij het repetitief bedienen van een voetpedaal.

De klachten ter hoogte van de bovenste ledematen kunnen te maken hebben met vermoeidheid van spieren, ontstekingen van pezen, aandoeningen van zenuwen, aandoeningen van bloedvaten en zwellingen. Deze klachten komen dan ook meer voor in de hierboven vermelde sectoren.

Risicoanalyse

Ook hier kan de ISO Norm 11228 deel 2 (2007) gebruikt worden als referentie voor de risico-inventarisatie en evaluatie.

In deze norm wordt er op gewezen dat bij repetitieve belastingen de duur (en hersteltijd), de frequentie, de houding en de uitgeoefende krachten de belangrijkste risicofactoren zijn. De karakteristieken van de te manipuleren objecten (dimensies, vorm, houvast, warmte), de werkorganisatie, de psychosociale aspecten en bepaalde omgevingsparameters kunnen de risico’s verhogen.

Belangrijke begrippen bij het beoordelen van de risico’s zijn de werkcyclus (taken die herhaald worden in een bepaalde volgorde), de cyclustijd, frequentie van bewegingen, beweging en houding van bepaalde lichaamssegmenten en de hersteltijd.

Voor de risicobeoordeling wordt in deze norm een eenvoudige methode en een meer gedetailleerde methode gebaseerd op de Occupational Repetitive Action (OCRA) methode.

In de eenvoudige methode worden onder andere volgende aspecten beoordeeld:

  • aard van de repetitieve bewegingen (welke delen van het lichaam) en duur;
  • repetitieve bewegingen en ongunstige werkhoudingen (buigen, strekken, draaien,… van gewrichten)
  • de kracht voor het vasthouden van gereedschappen of voor het draaien, trekken, duwen,… van gereedschappen of van producten
  • herstel of recuperatietijd
  • omgevingsbelasting (zoals trillingen of koude)
  • psychosociale aspecten zoals werkdruk, jaagsystemen, regelmogelijkheden of controle over het werk en sociale ondersteuning

Preventiemaatregelen

In de eerste plaats moeten risico’s vermeden worden. Dit kan door sommige repetitieve bewegingen te automatiseren of door mechanisatie (werk door machines in plaats van door personen).

De risico’s kunnen verminderd worden door:

  • door een doordacht aankoopbeleid van werkplekken of gereedschappen kunnen risico’s vermeden of verminderd worden.
  • aanpassingen van de werkplek: werkhoogte, reikwijdte, bewegingshoek, ruimte, geen contact met harde of scherpe randen, trillingsvrij en gemakkelijk hanteerbaar materiaal, aangepaste werkomgeving
  • aanpassingen van de taak en de houdingen en bewegingen: vermindering spierkracht door gebruik van hulpmiddelen, vermindering van afstand (lastarm), …
  • aanpassingen van de organisatie zodat de blootstellingduur vermindert: jobverbreding, jobverrijking, jobrotatie, voldoende pauzes en aangepast werkschema met aandacht voor herstel en recuperatie. Jaagsystemen zoals “stukloon” of “klaar naar huis”, moeten vermeden worden aangezien dit leidt tot piekbelastingen.
  • persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen kunnen nuttig zijn omdat ze een stevigere grip op een object mogelijk maken. Hierdoor vermindert de vereiste kracht.
  • informatie en opleiding voor alle betrokkenen (leidinggevenden, managers, ontwerpers,…).

(Bron : R. Op De Beeck, F. Willems, J.P. Demaret, F. Gavray, Ergonomie, Cursustekst bij de opleiding Adviseur Ergonomie van Prevent, Prevent, 2009, V. Hermans, R. Op De Beeck, Overbelastingsletsels, Ergonomie in de Praktijk nr. 2 juni, PREVENT 2001, International Organization for Standardization. (2007). Ergonomics - Manual handling - Part 3: Handling of low loads at high frequency. Geneve: ISO)

Meer informatie hierover is beschikbaar in het thema Musculoskeletale aandoeningen (MSA).

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Welzijnswet

    In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 moet een werkgever maatregelen nemen voor het bevorderen van het welzijn van de werknemers. Ergonomie heeft hierbij een belangrijke plaats gekregen aangezien het één van de domeinen is in de welzijnswet.

    De andere domeinen zijn: de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid, de psychosociale aspecten veroorzaakt door het werk met aandacht voor geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen en de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op de andere domeinen.

    Ergonomische principes in de wetgeving

    De principes van de ergonomie vormen een rode draad doorheen de wetgeving.

    De werkgever moet het werk aanpassen aan de mens, met het oog op het concept van werkplekken, de keuze van de arbeidsmiddelen en de werkmethode.

    De werkgever is verplicht de risico’s op het werk te analyseren en de preventie te plannen gebaseerd op een systeembenadering waarin volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk.

    Preventiemaatregelen

    De preventiemaatregelen moeten getroffen worden op verschillende gebieden waarbij er duidelijke raakvlakken zijn met de ergonomie:

    • organisatie van de onderneming;
    • inrichting van de arbeidsplaats;
    • conceptie en aanpassing van de werkpost;
    • keuze en gebruik van arbeidsmiddelen;
    • bescherming tegen fysische agentia;
    • keuze en gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij;
    • veiligheids- en gezondheidssignalering;
    • gezondheidstoezicht;
    • psychosociale aspecten.

    Ook in de taakomschrijving van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wordt verwezen naar aspecten die betrekking hebben op ergonomie (risicoanalyse, omgevingsfactoren, analyse van de arbeidsbelasting, technische en organisatorische maatregelen, fysieke en mentale vermoeidheid, werkgerelateerde oorzaken van ongevallen en beroepsziektes,…)

    Ook de preventieadviseur-arbeidsarts moet de interactie tussen de mens en zijn werk onderzoeken met het oog op het aanpassen van het werk aan de mens (aangepaste werkmethodes, aangepaste werkplekken,…).
    Van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk wordt verwacht dat het advies geeft over nieuwe arbeidsmiddelen, arbeidsomstandigheden, de impact van omgevingsfactoren, de maatregelen voor aanpassingen van de techniek ter voorkoming van vermoeidheid en specifieke maatregelen voor de aanpassing van werkposten aan mensen met een handicap.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk.

    Er bestaat ook specifieke reglementering voor de grootte en de kwaliteit van werkruimtes, voor de verlichting, voor het klimaat (temperatuur, vochtigheid en verluchting).

    Ook zijn er verwijzingen naar ergonomie in de wetgeving met betrekking tot: arbeidsmiddelen, werkkledij en persoonlijke beschermingmiddelen, moederschapsbescherming, tijdelijke of mobiele werkplaatsen, nachtwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen, signalisatie op het werk, jongeren op het werk, interims.

    Titel 3 betreffende het manueel hanteren van lasten van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk

    Deze regelgeving legt een hele reeks van preventieve maatregelen vast met betrekking tot het manueel hanteren van lasten.

    Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden van gevaren gerelateerd aan:

    • de last
    • de lichamelijke inspanning
    • de taak
    • de arbeidsplaats en de arbeidsomstandigheden

    Daarnaast worden de verplichtingen van de werkgever vermeld. De werkgever moet preventieve maatregelen nemen die in de eerste plaats gericht zijn op het vermijden van het risico door technische en organisatorische oplossingen. De risico’s moeten geëvalueerd en verminderd worden. De werknemers moeten geïnformeerd en opgeleid worden met het oog op het verminderen van de risico’s. Ook is er medisch toezicht voor werknemers die blootgesteld zijn aan risico’s.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Manueel hanteren van lasten.

    Titel 2 betreffende beeldschermen van boek VIII van de codex

    Deze regelgeving legt een hele reeks preventieve maatregelen of minimumvoorschriften vast.

    De werkgever moet:

    • een analyse van de beeldschermwerkposten verrichten;
    • passende maatregelen nemen voor aanpassingen van de werkplek, de werktafel en stoel, het beeldscherm en toetsenbord, de programmatuur, de werkomgeving in functie van het klimaat, de verlichting en de werkorganisatie;
    • opleiding voorzien voor beeldschermwerkers
    • medisch toezicht voorzien voor onder andere het gezichtsvermogen (nood aan correctiemiddel).

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Beeldschermen.

    Titel 3 betreffende trillingen van boek V van de codex

    Deze wetgeving is zowel gericht op hand-arm trillingen (bijvoorbeeld door trillend handgereedschap) als op trillingen van het gehele lichaam (bijvoorbeeld in voertuigen). Men moet trillingen vermijden. Indien dat niet mogelijk is, moet men een risico-evaluatie maken waarbij men rekening houdt met de grenswaarden. Bij risico’s moet men technische en organisatorische maatregelen nemen. Blootgestelde medewerkers staan onder medisch toezicht.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild