Het gezondheidstoezicht door de preventieadviseur-arbeidsarts is verplicht als er een gezondheidsrisico is en zeker als de actiewaarde is overschreden.

Het gezondheidstoezicht beoogt de preventie en vroegtijdige diagnose van iedere aandoening die het gevolg is van de blootstelling aan mechanische trillingen. Wanneer de arbeidsarts een beroepsziekte vaststelt, of door een andere arts ervan op de hoogte is gesteld, moet hij hiervan aangifte doen bij het Fonds voor Beroepsziekten.

Het gezondheidstoezicht maakt deel uit van het preventiebeleid en moet in de risicobeoordeling worden geïntegreerd. Als de arbeidsarts gezondheidsschade vaststelt, moeten volgende acties worden ondernomen:

  • De arbeidsarts brengt de werknemer op de hoogte.
  • De arbeidsarts informeert de werkgever dat iemand gezondheidsschade heeft opgelopen wegens de blootstelling aan trillingen. Hij moet hierbij rekening houden met zijn beroepsgeheim.
  • De werkgever herziet de risicobeoordeling en de preventiemaatregelen en houdt rekening met het advies van de arbeidsarts.
  • De werknemer krijgt eventueel werk zonder blootstelling aan trillingen.
  • De arbeidsarts onderzoekt de werknemers die een gelijkaardige blootstelling ondergaan.

Om het gezondheidstoezicht voor trillingen te optimaliseren zijn er verschillende Europese projecten opgezet. De volgende onderzoeksprojecten hebben procedures en codes van goede praktijk voortgebracht om blootgestelde werknemers te screenen en de werknemers met symptomen door mechanische trillingen correct op te volgen:

Gezondheidstoezicht voor hand-arm trillingen

Het gezondheidstoezicht voor hand-arm trillingen voert men best in stappen uit:

  1. screening vragenlijst (ingevuld door een geïnformeerde werknemer of verpleegkundige of arbeidsarts);
  2. klinische vragenlijst (door arbeidsarts);
  3. klinisch onderzoek (door arbeidsarts);
  4. eventueel bijkomende testen (door specialist);
  5. diagnose volgens Stockholm schaal (door arbeidsarts).

De screening vragenlijst bevat 8 vragen. Die vragenlijst is gevalideerd. Het gebruik ervan zorgt er voor dat we alle problemen met het hand-arm vibratie syndroom (HAVS) ontdekken, maar dat we ook een groep mensen zonder HAVS meenemen voor verder onderzoek.

De personen die op één van de acht vragen hebben aangeduid dat ze klachten hebben, worden doorverwezen voor een grondiger onderzoek door de arbeidsarts. Dat onderzoek wordt uitgevoerd via het gebruik van een klinische vragenlijst en een richtlijn voor klinisch onderzoek.

De arbeidsarts ondervraagt de werknemer grondiger over zijn klachten en hij registreert de inlichtingen die hij via zijn beroepsanamnese, medische, sociale en vrije tijd anamnese heeft verkregen. Er wordt daarbij gezocht naar de oorzaken voor de klachten.

Een anamnese is wat een patiënt met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van zijn klachten aan de dokter kan vertellen. De anamnese is de ziektegeschiedenis zoals die uit de herinnering van de patiënt blijkt. Het is een door vragen geleid chronologisch verslag van de patiënt over zijn symptomen.

Tijdens het klinisch onderzoek kijkt de arbeidsarts naar het uitzicht van de handen, controleert de bloedsomloop, het zenuwstelsel en het bewegingsstelsel via gerichte testen.

Indien de arbeidsarts het nodig acht, kan hij de werknemer met symptomen doorverwijzen naar een specialist voor bijkomende testen, zoals de koude provocatie test, het bepalen van de vinger systolische bloeddruk, de vibrotactiele perceptie test, het bepalen van de temperatuur perceptie drempel en het onderzoek van de zenuwgeleiding.

Op basis van de klinische vragenlijst, het klinisch onderzoek en de eventuele speciale testen kan de arbeidsarts een diagnose maken overeenkomstig de Stockholm schaal.

Als bij een werknemer HAVS wordt vastgesteld, dan moeten er maatregelen worden genomen. Die maatregelen hangen af van de ernst van de aandoening. De werknemer moet uiteraard geïnformeerd worden over de oorzaken, de ernst en de prognose van de aandoening.

Bij personen jonger dan 45 jaar verbeteren de symptomen van vasculaire HAVS na het ophouden van de blootstelling. Het herstel is meestal traag en variabel. Roken vertraagt dat herstel.

Neurologische HAVS verbetert echter niet na de stopzetting van de blootstelling. Alleen een vroegtijdige diagnose kan de patiënt helpen.

Gezondheidstoezicht voor lichaamstrillingen

Lichaamstrillingen veroorzaken voornamelijk problemen in de lage rug. In de Europese onderzoeksprojecten VINET en VIBRISKS werden procedures en codes van goede praktijk opgemaakt om blootgestelde werknemers te screenen en de werknemers met symptomen van mechanische trillingen correct op te volgen. Daarnaast bestaan er nog praktische gidsen voor het onderzoek van lage rugpijn:

  • Trillingen - Externe documentatie

    Dossier Trillingen (HSE – Verenigd Koninkrijk)

    De website van de ‘Health and Safety Executive’ (HSE) biedt verschillende gegevens in het Engels: rubriek Vibration at Work.

    Website Human vibrations (Universiteit van Southampton - Verenigd Koninkrijk)

    Verschillende gegevens zijn in het Engels beschikbaar: website Human Vibration.

    Dossier Trillingen (INRS - Frankrijk)

    Het Franse nationaal onderzoeksinstituut voor het onderzoek en de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziektes stelt op zijn website een specifiek dossier betreffende trillingen voor (in het Frans): Dossier Vibrations.

    Onderzoeksprojecten VIBRISKS et VINET (Europese Unie)

    In het kader van de Europese onderzoeksprojecten VIBRISKS en "Vibration Injury Network" (VINET), zijn er procedures en goede praktijken ontwikkeld voor het onderzoek van blootgestelde werknemers en de goede opvolging van werknemers met symptomen te wijten aan mechanische trillingen.

    Die verschillende gegevens zijn in het Engels beschikbaar op de volgende websites:

    Rubriek Rugklachten” (NVAB - Nederland)

    De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) verschaft op haar website verschillende gegevens, zoals richtlijnen en documentatie, in het Nederlands of in het Engels: rubriek Rugklachten.

  • Trillingen - Regelgeving

    Titel 3 van boek V van de codex over het welzijn op het werk bepaalt wat er in een bedrijf moet worden gedaan als er werknemers aan mechanische trillingen worden blootgesteld. Die regelgeving geeft actie- en grenswaarden en verplicht tot het uitvoeren van een risicobeoordeling. Als er risico’s zijn moet de werkgever preventiemaatregelen nemen.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, in de rubriek Thema's > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

    Actiewaarde

    De actie- en de grenswaarde worden uitgedrukt in m/s² (de frequentie- en tijdgewogen versnelling van de trilling in de drie assen) en worden steeds bepaald als een gemiddelde over een werkdag van 8 uur. Als de blootstellingsduur kleiner is dan 8 uur, dan moet men een herberekening maken voor een gemiddelde over 8 uur.

    Voor hand-arm trillingen is de actiewaarde 2,5 m/s² en de grenswaarde 5 m/s². Voor lichaamstrillingen is de actiewaarde 0,5 m/s² en de grenswaarde 1,15 m/s².

    Uit onderzoek weten we dat bij blootstelling boven de actiewaarde er al hinder, verminderd comfort en gezondheidsschade kan optreden. De doelstelling is derhalve er voor te zorgen dat voor elke werkdag de blootstelling lager is dan de actiewaarde.

  • Onderzoeken

  • Draagbare spijkermachines – vereenvoudigen van evaluatiemethodes van de blootstelling aan lawaai en trillingen (IRSST – Canada – 2018)

    Het Canadeze onderzoeksinstituut "Institut de recherche Robert-Sauvé en santé et en sécurité de travail" (IRSST) heeft de resultaten gepubliceerd van een onderzoek dat pistes voorstelt om de evaluatiemethodes te vereenvoudigen van lawaai en trillingen die worden veroorzaakt door spijkermachines die frekwent worden gebruikt door timmerlui en dakwerkers, teneinde hun blootstelling hieraan te verminderen in het kader van hun werk. Dit gereedschap veroorzaakt lawaai en trillingen op niveaus waardoor de gebruikers ervan risico lopen op beroepsdoofheid of het hand-armvibratiesyndroom.

  • Trillingen - Sensibiliseringsmateriaal

    Napo in "vertil je niet!" - Slechte trillingen (EU-OSHA)

    De animatiefilm "Napo in vertil je niet!" wijst op het belang van een geïntegreerde aanpak voor het vermijden van musculoskeletale aandoeningen. Centraal staat het omgaan met de volledige belasting op het lichaam, van alle druk en overbelasting, omgevingsfactoren, risico’s op de werkplek en het werkritme tot de lasten die moeten worden verplaatst.

    De film werd gemaakt in het kader van de Europese campagne van 2007 en bestaat uit 11 korte fragmenten. Het 8e fragment gaat over trillingen.

    Op de Napo-website: Aflevering 08: Slechte trillingen.