Op basis van de resultaten van de risicoanalyse worden preventiemaatregelen vastgesteld, zodat de risico’s van gevaarlijke stoffen voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk worden weggenomen of tot een minimum verkleind. Ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor de preventiediensten (voorstellen van aangepaste werkmethodes, het voorstellen van aanpassingen van de werkpost, uitvoeren van het gezondheidstoezicht, advies verlenen over instructies voor en vorming van werknemers, medewerking verlenen aan de uitwerking van noodprocedures, …) en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).

Deze preventiemaatregelen volgen een welbepaalde hiërarchie, weergegeven door het “STOP” principe:

  • Substitutie, waarbij het gebruik van een gevaarlijk chemisch agens vermeden wordt door het te vervangen door een chemisch agens of een proces dat niet of minder gevaarlijk is voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;
  • Technische maatregelen, in te voeren om het vrijkomen van gevaarlijke stoffen die een risico kunnen opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de arbeidsplaats, te voorkomen of te beperken. Voorbeelden zijn werken in gesloten systemen, het gebruik van passende afzuiging bij de bron van het risico, of ventilatie;
  • Organisatorische maatregelen, zoals voorbehouden werkplekken voorzien voor het gebruik van gevaarlijke stoffen, beperken van het aantal werknemers of de arbeidstijd, waarin een werknemer blootgesteld kan worden, gepast en geregeld onderhoud van de werkplek, verschaffen van gepaste informatie;
  • Persoonlijke bescherming, te gebruiken wanneer blootstelling niet met andere middelen kan worden vermeden, bijvoorbeeld ademhalingsbescherming, handschoenen, beschermingskledij, …).

Zoals verduidelijkt in de rubriek “Relatie tussen dosis en effect”, kan men in het geval van hormoonontregelaars worden geconfronteerd worden met complexe relaties tussen blootstelling en effect, en ook met lage dosis-effecten. Met als mogelijk gevolg dat de klassieke minimalisering van de blootstelling hier niet altijd het gewenste effect oplevert en enkel het vermijden van de blootstelling een adequate bescherming biedt.

Het is ook aanbevolen werkneemsters die zwanger zijn, zwanger wensen te worden of borstvoeding geven, en jongeren niet te werk te stellen in zones waar zij in contact kunnen komen met deze stoffen.

Tenslotte is het belangrijk dat hormoonontregelaars worden opgenomen in de verplichte informatie en opleiding die de werkgever aan zijn werknemers moet verschaffen.

  • Hormoonverstoorders - Publicaties

    De risicoanalyse (FOD Werkgelegenheid – België – 2021)

    Deze brochure behandelt het concept risicoanalyse en de wijze waarop dit concept kan gehanteerd worden om preventiemaatregelen vast te stellen op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk.

    De wetgeving over het welzijn op het werk legt deze aanpak op, met als voornaamste betrachting het behalen van de doelstellingen van een veilig en gezond werk. Na een omschrijving van het begrip dynamisch risicobeheersingssysteem gaat de brochure dieper in op de uitvoering van de risicoanalyse. Bij een dergelijke analyse kunnen verschillende methoden worden aangewend voor de opsporing van gevaren, de bepaling van risicofactoren en de evaluatie van risico's.

    Deze brochure is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Publicaties > Risicoanalyse (De).

  • Hormoonverstoorders - Externe documentatie

    Studiedag “Hormoonverstoorders: de gevolgen van blootstelling voor werknemers en hun nageslacht” (FOD Werkgelegenheid/FOD Volksgezondheid – België – 2022)

    Tijdens deze studiedag gingen enkele experts dieper in op de mogelijke gezondheidseffecten van hormoonverstoorders, zowel voor werknemers als voor hun nageslacht. Daarnaast werden enkele toxicologische karakteristieken van hormoonverstoorders besproken en de mogelijke risico’s van blootstelling op de werkplaats. Tenslotte kwamen enkele concrete voorbeelden uit verschillende sectoren die ervaring hebben met het omgaan met hormoonverstoorders aan bod.

    Presentaties op de studiedag

    Endocrine disruptors: an occupational risk in need of recognition (ETUI – 2016)

    Deze gids van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) richt zich op werknemersvertegenwoordigers (in het bijzonder gekozen vertegenwoordigers van gezondheids-, veiligheids- en hygiënecomités) die mogelijk worden blootgesteld aan hormoonverstoorders op de werkplek. Het tracht een inventaris op te stellen van de wetenschappelijke kennis over de gevolgen voor de gezondheid van de blootstelling van werknemers aan chemische stoffen die gevolgen hebben voor het endocriene systeem.

    De publicatie is bedoeld om vakbondsfunctionarissen en politieke besluitvormers bewust te maken van de risico’s van hormoonverstoorders en vestigt de aandacht op de tekortkomingen van de Europese wetgeving op het gebied van het voorkomen van dit soort risico's op de werkplek.

    De publicatie is beschikbaar in het Engels en het Frans op de website van het ETUI:

  • Hormoonontregelaars - Regelgeving

    Codex welzijn op het werk: Boek VI (Titel 1 & 2), Boek X (Titel 3 & 5)

    Hormoonontregelaars zijn stoffen die risico’s voor de gezondheid van de werknemers kunnen opleveren. Bijgevolg zijn de bepalingen van de Titel 1 (betreffende chemische agentia) van boek VI van de Codex over het welzijn op het werk (o.a. risicoanalyse uitvoeren, preventiemaatregelen nemen, informatie en opleiding verschaffen) steeds van toepassing.

    Indien de hormoonontregelende stof eveneens als kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch of hormoonontregelend is ingedeeld, is Titel 2 (betreffende kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen) van boek VI van de Codex over het welzijn op het werk eveneens van toepassing.

    Door het koninklijk besluit van 2 juli 2023 tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van werknemers tegen agentia met hormoonontregelende eigenschappen werden hormoonontregelaars opgenomen in de bepalingen inzake kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van de codex over het welzijn op het werk (titel 2 van boek VI). Op die manier kunnen werknemers die aan deze stoffen kunnen worden blootgesteld, evenveel bescherming genieten als wanneer zij bijvoorbeeld aan kankerverwekkende stoffen worden blootgesteld.

    Via verwijzing naar de Europese regelgeving inzake de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen (CLP) zullen stoffen die voldoen aan de criteria voor hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid kunnen worden ingedeeld als hormoonontregelaar onder de Belgische welzijnswetgeving. Het gaat met name over criteria van volgende categorieën:

    • gevarencategorie 1 (bekende of veronderstelde hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid);

    OF

    • gevarencategorie 2 (vermoedelijke hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid).

    Daarbovenop zijn er meer dan dertig stoffen toegevoegd aan dezelfde bepalingen van de codex over het welzijn op het werk in de vorm van een lijst. Deze stoffen worden daardoor nu al onder de Belgische welzijnswetgeving als hormoonontregelaar beschouwd, waardoor werknemers beter beschermd moeten worden tegen de blootstelling aan deze stoffen.

    Daarnaast zijn jongeren bijzonder kwetsbaar voor hormoonontregelaars omdat hun ontwikkeling nog niet is voltooid. Ook zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, dienen beschermd te worden tegen de risico’s van hormoonontregelaars voor de zwangerschap, de lactatie en de gezondheid van hun kind. Bijgevolg zijn de Titels 3 en 5 van boek X van de Codex over het welzijn op het werk eveneens op deze stoffen van toepassing.

    Meer informatie over de codex op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Algemene beginselen > Codex over het welzijn op het werk.

    Volgende boeken en titels van de codex zijn van toepassing:

    REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen)

    De Europese REACH verordening legt de industrie verplichtingen op om chemische stoffen te registreren, het veilig gebruik ervan te beoordelen, in bepaalde gevallen te laten vergunnen en in bepaalde gevallen het gebruik te beperken.

    Deze Europese verordening verbiedt reeds het gebruik van bepaalde hormoonverstoorders of beperkt het gebruik van die stoffen tot bepaalde toepassingen, waaraan soms ook nog specifieke voorwaarden worden gekoppeld. Bepaalde hormoonverstoorders werden al opgenomen in bijlage XIV en XVII van de REACH verordening.

  • Parlementaire vragen

  • 1017 Kamer - Solvay - Verontreiniging door perfluorverbindingen en risico's voor de werknemers

  • 55024300C Kamer - De PFOS-problematiek en de inspectie op het werk

  • 534 Kamer - Invloed van hormoonverstoorders op werknemers

  • Hormoonverstoorders - Sensibiliseringsmateriaal

    Poster “hormoonverstoorders op het werk” (FOD Werkgelegenheid – België – 2022)

    Deze poster is gericht op werknemers, werkgevers, preventieadviseurs, leden van het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en andere belanghebbenden. Via de QR-code of de link op de poster komt men terecht op het thema over hormoonverstoorders op deze BeSWIC website.

    De poster, die op de werkplek kan uitgehangen worden, schetst een beknopt beeld van de kenmerken en risico’s van hormoonverstoorders in de werkcontext. Er wordt een overzicht gegeven van enkele sectoren waar blootstelling op de werkvloer kan voorkomen en uitgelegd hoe men werknemers kan beschermen volgens het “STOP-principe”.

    De poster is beschikbaar via volgende link en mag vrij verspreid worden: Poster “hormoonverstoorders op het werk” (PDF, 198 KB).