De bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van gevaarlijke stoffen op het werk wordt geregeld door boek VI van de codex over het welzijn op het werk. Titel 1 (chemische agentia) van dit boek is van toepassing op alle gevaarlijke stoffen; titel 2 legt bijkomende voorwaarden op voor kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen. Bijkomende bescherming wordt opgelegd voor jongeren op het werk, zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven (titel 3 betreffende jongeren op het werk, en titel 5 betreffende moederschapsbescherming van boek X van de codex over het welzijn op het werk).

Sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 2 juli 2023 tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van werknemers tegen agentia met hormoonontregelende eigenschappen zijn hormoonontregelaars opgenomen in het toepassingsgebied van titel 2 van boek VI van de codex over het welzijn op het werk. Dat wil zeggen dat, wat betreft bescherming van werknemers, voor deze stoffen nu dezelfde regels gelden als voor kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen. In de praktijk betekent dit het volgende voor deze groepen.

Jongeren op het werk moeten extra beschermd worden tegen risico’s, ten gevolge van een gebrek aan ervaring, doordat zij zich van het gevaar niet bewust zijn of doordat hun ontwikkeling nog niet is voltooid. De werkgever moet daarom een analyse uitvoeren van de risico's waaraan jongeren bij hun arbeid blootgesteld zijn, met het oog op het beoordelen van alle risico's voor de veiligheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid of de ontwikkeling. Deze analyse vindt plaats voordat de jongeren met hun arbeid beginnen; zij moet ten minste eens per jaar worden hernieuwd of gewijzigd worden, alsook bij elke belangrijke wijziging van de werkpost. Wanneer er uit de risicoanalyse blijkt dat de arbeid die jongeren moeten verrichten een blootstelling meebrengt aan agentia met hormoonontregelende eigenschappen, geldt er principieel een verbod om jongeren deze arbeid te laten verrichten.

Zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, moeten worden beschermd tegen de risico’s voor de zwangerschap, de lactatie en de gezondheid van hun kind. Er moet een specifieke risicoanalyse worden uitgevoerd zoals beschreven, in artikel 41 van de arbeidswet van 16 maart 1971, om iedere mogelijke terugslag op de zwangerschap of de lactatie van de werkneemster alsmede de gezondheid van het kind te beoordelen. Bij deze risicoanalyse moet ook de blootstelling aan hormoonontregelende agentia worden beoordeeld. Wanneer er enig risico tot blootstelling vastgesteld wordt, neemt de werkgever één van de maatregelen bedoeld in artikel 42, § 1 van dezelfde wet en aangepast aan het geval van de betrokken werkneemster, zodat de blootstelling van de werkneemster aan dit risico wordt vermeden. Deze maatregelen zijn:

  • een tijdelijke aanpassing van de arbeidsomstandigheden of van de risicogebonden werktijden van de betrokken werkneemster;
  • indien een aanpassing van de arbeidsomstandigheden of van de risicogebonden werktijden technisch of objectief niet mogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden verlangd, zorgt de werkgever; ervoor dat de betrokken werkneemster andere in haar toestand toelaatbare arbeid kan verrichten;
  • indien overplaatsing technisch of objectief niet mogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijs niet kan worden verlangd, wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de betrokken werkneemster geschorst of wordt de persoon wiens rechtspositie eenvoudig door de overheid is geregeld vrijgesteld van arbeid;

In het geval van agentia met hormoonontregelende eigenschappen, moet één van deze maatregelen onmiddellijk worden toegepast, dit wil zeggen vanaf het moment dat de werkgever op de hoogte wordt gesteld van de zwangerschap of op de hoogte is van het feit dat de werkneemster borstvoeding geeft. Dit wil zeggen dat wanneer er blootstelling is, ongeacht de mate van blootstelling of duur van blootstelling, de maatregelen van die aard zullen moeten zijn dat er geen mogelijkheid tot blootstelling meer kan zijn op de arbeidsplaats of tijdens de werkzaamheden. In de praktijk zal dit vaak kunnen leiden tot de situatie waarbij de werkgever er onmiddellijk voor zorgt dat er een aangepaste of andere arbeid wordt voorzien (zonder enige blootstelling) ofwel werkverwijdering toepast.

Het is belangrijk om te wijzen op het feit dat alle werknemers nadelige gezondheidseffecten kunnen ontwikkelen na, ongeacht mate en duur, blootstelling aan agentia met hormoonontregelende eigenschappen. Zo kunnen er meerdere negatieve gezondheidseffecten optreden die niet uitsluitend afhankelijk zijn van de jonge leeftijd of zwangerschap/lactatie, zoals ziektebeelden die te maken hebben met het immuunsysteem, het metabolisme of de schildklier, en ziektebeelden die ook expliciet van belang kunnen zijn bij volwassen mannen zoals teelbal- en prostaatkanker of een slechte kwaliteit van het sperma.  Werknemers die zwanger zijn/borstvoeding geven en jongeren op het werk zijn zeer kwetsbare groepen, waarvoor extra maatregelen moeten getroffen worden, maar het blijft noodzakelijk om in eerste plaats in te zetten op een preventiebeleid die alle werknemers beschermt. Daardoor moet er steeds voorrang gegeven worden aan maatregelen zoals eliminatie/substitutie van agentia met hormoonontregelende eigenschappen en een zodanige opzet van de arbeidsprocédés en de technische maatregelen, zodat het vrijkomen van agentia met hormoonontregelende eigenschappen op de arbeidsplaats wordt vermeden of tot een minimum wordt beperkt.

Het is daarnaast ook belangrijk op te merken dat in vele gevallen hormoonverstoring niet de enige gevaarlijke eigenschap van een bepaalde stof is: zo zijn onder meer de hormoonontregelaars benzylbutylftalaat (BBP), diisobutyl ftalaat (DIBP), bisfenol A, bis(2-ethylhexyl) ftalaat (DEHP) eveneens reprotoxisch (schadelijk voor de vruchtbaarheid en het ongeboren kind).

Naast de welzijnswetgeving moeten ook de verboden en beperkingen, opgelegd door de REACH verordening, in acht worden genomen.

  • Hormoonverstoorders - Publicaties

    De risicoanalyse (FOD Werkgelegenheid – België – 2021)

    Deze brochure behandelt het concept risicoanalyse en de wijze waarop dit concept kan gehanteerd worden om preventiemaatregelen vast te stellen op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk.

    De wetgeving over het welzijn op het werk legt deze aanpak op, met als voornaamste betrachting het behalen van de doelstellingen van een veilig en gezond werk. Na een omschrijving van het begrip dynamisch risicobeheersingssysteem gaat de brochure dieper in op de uitvoering van de risicoanalyse. Bij een dergelijke analyse kunnen verschillende methoden worden aangewend voor de opsporing van gevaren, de bepaling van risicofactoren en de evaluatie van risico's.

    Deze brochure is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Publicaties > Risicoanalyse (De).

  • Hormoonverstoorders - Externe documentatie

    Studiedag “Hormoonverstoorders: de gevolgen van blootstelling voor werknemers en hun nageslacht” (FOD Werkgelegenheid/FOD Volksgezondheid – België – 2022)

    Tijdens deze studiedag gingen enkele experts dieper in op de mogelijke gezondheidseffecten van hormoonverstoorders, zowel voor werknemers als voor hun nageslacht. Daarnaast werden enkele toxicologische karakteristieken van hormoonverstoorders besproken en de mogelijke risico’s van blootstelling op de werkplaats. Tenslotte kwamen enkele concrete voorbeelden uit verschillende sectoren die ervaring hebben met het omgaan met hormoonverstoorders aan bod.

    Presentaties op de studiedag

    Endocrine disruptors: an occupational risk in need of recognition (ETUI – 2016)

    Deze gids van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) richt zich op werknemersvertegenwoordigers (in het bijzonder gekozen vertegenwoordigers van gezondheids-, veiligheids- en hygiënecomités) die mogelijk worden blootgesteld aan hormoonverstoorders op de werkplek. Het tracht een inventaris op te stellen van de wetenschappelijke kennis over de gevolgen voor de gezondheid van de blootstelling van werknemers aan chemische stoffen die gevolgen hebben voor het endocriene systeem.

    De publicatie is bedoeld om vakbondsfunctionarissen en politieke besluitvormers bewust te maken van de risico’s van hormoonverstoorders en vestigt de aandacht op de tekortkomingen van de Europese wetgeving op het gebied van het voorkomen van dit soort risico's op de werkplek.

    De publicatie is beschikbaar in het Engels en het Frans op de website van het ETUI:

  • Hormoonontregelaars - Regelgeving

    Codex welzijn op het werk: Boek VI (Titel 1 & 2), Boek X (Titel 3 & 5)

    Hormoonontregelaars zijn stoffen die risico’s voor de gezondheid van de werknemers kunnen opleveren. Bijgevolg zijn de bepalingen van de Titel 1 (betreffende chemische agentia) van boek VI van de Codex over het welzijn op het werk (o.a. risicoanalyse uitvoeren, preventiemaatregelen nemen, informatie en opleiding verschaffen) steeds van toepassing.

    Indien de hormoonontregelende stof eveneens als kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch of hormoonontregelend is ingedeeld, is Titel 2 (betreffende kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen) van boek VI van de Codex over het welzijn op het werk eveneens van toepassing.

    Door het koninklijk besluit van 2 juli 2023 tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van werknemers tegen agentia met hormoonontregelende eigenschappen werden hormoonontregelaars opgenomen in de bepalingen inzake kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van de codex over het welzijn op het werk (titel 2 van boek VI). Op die manier kunnen werknemers die aan deze stoffen kunnen worden blootgesteld, evenveel bescherming genieten als wanneer zij bijvoorbeeld aan kankerverwekkende stoffen worden blootgesteld.

    Via verwijzing naar de Europese regelgeving inzake de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen (CLP) zullen stoffen die voldoen aan de criteria voor hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid kunnen worden ingedeeld als hormoonontregelaar onder de Belgische welzijnswetgeving. Het gaat met name over criteria van volgende categorieën:

    • gevarencategorie 1 (bekende of veronderstelde hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid);

    OF

    • gevarencategorie 2 (vermoedelijke hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid).

    Daarbovenop zijn er meer dan dertig stoffen toegevoegd aan dezelfde bepalingen van de codex over het welzijn op het werk in de vorm van een lijst. Deze stoffen worden daardoor nu al onder de Belgische welzijnswetgeving als hormoonontregelaar beschouwd, waardoor werknemers beter beschermd moeten worden tegen de blootstelling aan deze stoffen.

    Daarnaast zijn jongeren bijzonder kwetsbaar voor hormoonontregelaars omdat hun ontwikkeling nog niet is voltooid. Ook zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, dienen beschermd te worden tegen de risico’s van hormoonontregelaars voor de zwangerschap, de lactatie en de gezondheid van hun kind. Bijgevolg zijn de Titels 3 en 5 van boek X van de Codex over het welzijn op het werk eveneens op deze stoffen van toepassing.

    Meer informatie over de codex op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Algemene beginselen > Codex over het welzijn op het werk.

    Volgende boeken en titels van de codex zijn van toepassing:

    REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen)

    De Europese REACH verordening legt de industrie verplichtingen op om chemische stoffen te registreren, het veilig gebruik ervan te beoordelen, in bepaalde gevallen te laten vergunnen en in bepaalde gevallen het gebruik te beperken.

    Deze Europese verordening verbiedt reeds het gebruik van bepaalde hormoonverstoorders of beperkt het gebruik van die stoffen tot bepaalde toepassingen, waaraan soms ook nog specifieke voorwaarden worden gekoppeld. Bepaalde hormoonverstoorders werden al opgenomen in bijlage XIV en XVII van de REACH verordening.

  • Parlementaire vragen

  • 1017 Kamer - Solvay - Verontreiniging door perfluorverbindingen en risico's voor de werknemers

  • 55024300C Kamer - De PFOS-problematiek en de inspectie op het werk

  • 534 Kamer - Invloed van hormoonverstoorders op werknemers

  • Hormoonverstoorders - Sensibiliseringsmateriaal

    Poster “hormoonverstoorders op het werk” (FOD Werkgelegenheid – België – 2022)

    Deze poster is gericht op werknemers, werkgevers, preventieadviseurs, leden van het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en andere belanghebbenden. Via de QR-code of de link op de poster komt men terecht op het thema over hormoonverstoorders op deze BeSWIC website.

    De poster, die op de werkplek kan uitgehangen worden, schetst een beknopt beeld van de kenmerken en risico’s van hormoonverstoorders in de werkcontext. Er wordt een overzicht gegeven van enkele sectoren waar blootstelling op de werkvloer kan voorkomen en uitgelegd hoe men werknemers kan beschermen volgens het “STOP-principe”.

    De poster is beschikbaar via volgende link en mag vrij verspreid worden: Poster “hormoonverstoorders op het werk” (PDF, 198 KB).