Sinds 1 januari 2006 is het verboden te roken op het werk.
Alle werknemers hebben het recht om te genieten van lucht zonder tabaksrook in alle ruimtes waar zij tewerkgesteld zijn of toegang toe hebben in het kader van hun werk.
Dat recht wordt gewaarborgd door de werkgever, die het roken moet verbieden in de werkruimtes en de sociale voorzieningen. Het rookverbod is absoluut, zelfs voor de werknemers die over een individuele werkruimte beschikken.
De werkgever kan de rokers toelaten om gebruik te maken van een rooklokaal als het Comité voor preventie en bescherming op het werk een voorafgaand advies heeft uitgebracht over de mogelijkheid om een rooklokaal in te richten.