De werkgever is verplicht om de risico’s die kunnen leiden tot de ontwikkeling van musculoskeletale aandoeningen (MSA) te identificeren en te evalueren. Hij moet ook aangepaste preventiemaatregelen voorzien. In het kader van de ergonomische benadering kan de werkgever de toegang tot de werkposten verbeteren zodat belastende houdingen en de inspanningen, die de werknemer bijvoorbeeld moet doen wanneer hij een last verplaatst of in een voertuig stapt, kunnen worden vermeden.
Vrije circulatieruimte
Onderstaande parameters kunnen helpen om de circulatie te verbeteren.
Breedte van de circulatiewegen
De toegang tot de verschillende werkruimtes moet gemakkelijk zijn en vrij van obstakels.
Hieronder enkele voorbeelden van minimale breedtes die moeten worden gerespecteerd om een vlotte doorgang te garanderen.
- Persoon te voet zonder draaglast: breedte van 0,8 m voor verkeer in één richting en van 1,2 m voor verkeer in beide richtingen.
- Persoon te voet met last: breedte van 1,2 m voor verkeer in één richting en van 2 m voor verkeer in beide richtingen.
- Manuele transpallet: breedte van 1,5 m voor verkeer in één richting en van 2,5 m voor verkeer in beide richtingen.
- Elektrische transpalet: breedte van 2 m voor verkeer in één richting en van 3,3 m voor verkeer in beide richtingen.
Minimale ruimte voor de doorgang van één persoon (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Minimale ruimte voor de kruising tussen twee personen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Orde
Orde op de werkplek en het regelmatig schoonmaken van de vloer kunnen valpartijen of botsingen met rondslingerende voorwerpen helpen voorkomen.
Voorbeeld: orde op de werven dankzij vuilniscontainers.
Zak helpt ordelijk te werken (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Kist helpt ordelijk te werken (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Circulatieoppervlakken
Verschillende maatregelen helpen om vallen en struikelpartijen te voorkomen en zorgen bovendien voor een efficiënter intern transport.
- Gaten, oneffenheden of kleine niveauverschillen in de vloer wegnemen.
- Circulatiewegen duidelijk signaleren en markeren.
- Ervoor zorgen dat doorgangen niet geblokkeerd worden door tijdelijke opslag of rommel (voldoende vuilnisbakken en containers ter beschikking stellen).
- Ladders, trappen of hellende vlakken moeten aangepast worden aan het soort activiteit en aan de gebruiksfrequentie. Vervang een ladder door een trap of een goederenlift wanneer men regelmatig voorwerpen moet verplaatsen.
Verlichting
De verlichting moet voldoende intens en homogeen zijn, dit om 'zwarte gaten' en zones met verblinding te vermijden.
Toegang tot transportvoertuigen
Het ter beschikking stellen van een inklapbare of intrekbare laadhelling of een takel is een welkome hulp bij het laden en lossen van materialen in en uit het voertuig.
Hulpmiddel helpt bij het laden en lossen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)