Een goede werkorganisatie kan onder andere het risico op het ontwikkelen van musculoskeletale aandoeningen (MSA) verminderen. De manier waarop het werk wordt georganiseerd en waarop een job wordt ingevuld, heeft gevolgen voor de fysieke, psychische en sociale werkomstandigheden. De taken moeten zo georganiseerd worden dat de belasting voor de werknemer beperkt blijft. Mogelijke maatregelen zijn het afwisselen van taken (taakrotatie), het beheersen van het werktempo, het voorzien van pauzes, ...
Taakrotatie
Rotatie tussen verschillende taken beperkt het schadelijk effect van herhaalde belasting op dezelfde gewrichten. Het afwisselen van taken heeft nog andere voordelen:
- afwisselend en minder repetitief werk;
- vermindering van een eenzijdige belasting op spieren en gewrichten;
- minder risico op overbelasting;
- meer flexibiliteit in het bedrijf (een groter aantal werknemers beheerst een groter aantal taken).
Voorbeeld: zwaar en licht werk afwisselen zodat de meest gebruikte spieren even kunnen rusten.
Taakrotatie vereist een opleiding van de werknemers en van het personeel dat het systeem moet implementeren. De werknemers moeten ook vooraf geraadpleegd worden om hen te informeren over eventuele veranderingen. Een nieuwe werkorganisatie kan niet zomaar opgelegd worden. Eventueel kan eerst een pilootproject worden opgestart alvorens de hervorming in heel het bedrijf door te voeren.
Taakrotatie is echter niet altijd de juiste oplossing. Wanneer de taken eenzelfde lichaamsbelasting vergen, neemt rotatie het risico op overbelasting niet weg. Bovendien wordt de werknemer dan aan een groter aantal risico's blootgesteld.
Jobverbreding
Bij jobverbreding wordt de job aangepast door taken toe te voegen of te variëren. De voordelen:
- een 'menselijkere' arbeid, minder repetitief en minder stereotype handelingen;
- verrijking van de functie-inhoud;
- een grotere variatie aan houdingen/bewegingen;
- grotere flexibiliteit binnen de onderneming;
- een betere vereenzelviging met het afgeleverde product.
Jobverbreding gaat hand in hand met:
- het inlassen van rustpauzes;
- een opleiding over houdingen en bewegingen die minder risico's inhouden;
- het aanmoedigen van de werknemers om hun werkhoudingen te variëren en zich te ontspannen tijdens de korte pauzes tijdens de werkuren;
- een opleidingsprogramma over de analyse van risico's op MSA voor de operatoren en de hiërarchische lijn, met het oog op een vroege detectie van werkbelasting;
- het vermijden van te korte werkcycli: een uitbreiding voorzien van het geheel van de taken, of een beurtrol,... zonder de mentale belasting te verhogen.
Het werktempo beheersen
Rustpauzes hebben meer resultaat wanneer zij vrij kunnen worden gekozen. Het zelf bepalen van het werktempo is belangrijk. Deze zelfcontrole bevordert de autonomie van de werknemer en heeft een positieve impact op het musculoskeletaal stelsel alsook op de mentale en psychosociale belasting.
Variatie in houding
Afwisseling in bewegingen en houdingen bevordert de overdracht van voedingsstoffen naar het musculoskeletaal stelsel. Langdurige statische spierbelasting en periodes met een hoge bewegingsfrequentie moeten dus worden vermeden.
Zittende houding aan de kassa (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Rechtopstaande houding aan de kassa (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Micropauzes
Om de fysieke en mentale belasting te verminderen, is het inlassen van korte pauzes (micropauzes) doeltreffender dan het inlassen van één of twee lange pauzes. Om werknemers de mogelijkheid te bieden om te rusten wanneer nodig, moeten bufferzones ingericht worden. Ook duidelijke afspraken zijn vereist bv. om te vermijden dat altijd dezelfde werknemers gebruikmaken van de pauzes.
Rekoefeningen
Het aanbieden van algemene en goed omkaderde lichaamstraining is een manier om de fysieke mogelijkheden van de werknemers te verbeteren. Een goede opvolging is noodzakelijk om de risico's op overbelasting door onaangepaste oefeningen of door slecht gedoseerde inspanningen te vermijden.
Lichaamstraining (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Keuze van de werkkledij
Het dragen van gepaste kledingstukken en -accessoires kan bijdragen tot een reductie van de fysieke belasting. De introductie van dergelijke accessoires moet wel doordacht gebeuren en mag geen nieuwe risico's met zich meebrengen.
Voorbeeld: sommige lange schorten maken het onmogelijk om de knieën te plooien. Dit kan leiden tot belastende houdingen voor de rug.
Het is dus belangrijk om aangepaste kledij te kiezen, zoals bijvoorbeeld:
- soepele schoenen die de voet goed omsluiten en voorzien zijn van antislipzolen;
- soepele kledij die de bewegingen niet hindert;
- kniebeschermers die in de broek aangebracht worden.
Kniebeschermers (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Vorming
Elke verandering moet gepaard gaan met vorming en informatie voor alle actoren in de organisatie. Het is aangewezen om tijdens de risicoanalyse die de vorming voorafgaat, de mening van werknemers te vragen zodat deze kan geïntegreerd worden in de opleiding. Ze zullen zich daardoor meer betrokken voelen bij de implementatie van een nieuwe vorm van organisatie. Anderzijds is het van essentieel belang dat de kaderleden de arbeidsomstandigheden werkelijk willen verbeteren alvorens een dergelijk vormingsprogramma van de werknemers aan te vatten.