Gezichtsveld
- Het gezichtsveld is de zone die een persoon vanop zijn werkplaats kan zien:
- vóór hem, op een duidelijke manier,
- rond hem, op een onduidelijkere manier.
- Het komt neer op een kegel van ongeveer 90° gecentreerd rond de as van het gezichtsvermogen.
- Het gezichtsveld kan gemakkelijk worden afgelijnd door de blik op het normale werkvlak te vestigen (het blad op het bureau, de machine,… ) en met de armen de grens vast te stellen van hetgeen in de omgeving nog net kan worden gezien.
Aanpassingsvermogen van het oog
- Bij de overgang van een lichte naar een donkere omgeving moet het oog zich aanpassen (zijn gevoeligheid bijstellen).
- Bij de overgang van een donkere naar een lichte omgeving zal het oog verblind worden en moet het ook zijn gevoeligheid aanpassen.
- Dat is eveneens het geval, maar in mindere mate, als men zijn oog van een fel wit blad naar een zwarte tafel richt, d.w.z. wanneer het contrast groot is.
Als het oog zich regelmatig aan die verschillen in lichtsterkte moet aanpassen, volgt er oogvermoeidheid.
Rechtstreekse verblinding
Men spreekt van rechtstreekse verblinding als er een sterk licht van een lamp, een TL-buis, een venster, … zich rechtstreeks in het gezichtsveld van de werknemer bevindt. Men kan de bron van die verblinding opsporen door naar de uit te voeren taak te kijken terwijl men boven de ogen de hand of een blad papier beweegt die de lichtbronnen verbergt. Zo kan men bepalen wanneer het gezichtsveld het best is.
Oplossingen:
- De lichtbronnen aanpassen zodat ze niet meer in het gezichtsveld schijnen (gebruik een verlichtingstoestel met een minder brede lichtkegel).
- De lamp in kwestie achter een paneel plaatsen dat aan beide zijden een lichte kleur heeft.
- Het licht dichter bij de bron verspreiden door er een lichtdoorlatend, maar geen doorschijnend scherm voor te plaatsen.
- De lamp uit het gezichtsveld halen door ze op een andere plaats te zetten of door de oriëntatie van de werkpost te wijzigen.
Onrechtstreekse verblinding
Men spreekt van onrechtstreekse verblinding als er in het gezichtsveld van een persoon op het werkvlak, wanden of voorwerpen felle lichtweerkaatsingen zijn.
Oplossingen:
- Alle weerspiegelende voorwerpen uit het gezichtsveld weghalen: glas (kaders), plastiek (doorschijnende mappen), blinkende voorwerpen of decoratie.
- Bij voorkeur matte tafels of voorwerpen gebruiken.
- Nagaan welke lampen of verlichtingstoestellen die weerkaatsingen veroorzaken en de hierboven beschreven maatregelen tegen rechtstreekse verblinding nemen.
Relatieve verblinding
Men spreekt van relatieve verblinding als er een te groot contrast is tussen de verschillende vlakken in het gezichtsveld van de persoon.
Oplossing: de lichtbronnen of de kleuren van de voorwerpen aanpassen, zodat men een contrast bekomt dat niet te klein en niet te groot is.
Accommodatievermogen van het oog
- Als het oog van een nabij gelegen voorwerp naar een verder gelegen voorwerp moet bewegen, dan past het zijn scherpstelling aan (accommodatie).
- Als men vaak van het ene voorwerp naar het ander moet kijken, dan treedt er oogvermoeidheid op (vermoeide ogen).
Oplossing: de verschillende voorwerpen die men voor zijn taak gebruikt, op vergelijkbare afstand t.o.v. het oog plaatsen:
- het manuscript, het toetsenbord, het computerscherm;
- de verschillende aandrijvingsmechanismen van de machine;
- …