Op woensdag 21 februari 2024 werd het koninklijk besluit (KB) van 7 februari 2024 tot bepaling van de voorwaarden voor het op de markt brengen van draagbare en vervoerbare CO2-meters in het kader van de opvolging van de binnenluchtkwaliteit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Lees het volledige KB op de website van het Belgisch Staatsblad: 7 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden voor het op de markt brengen van draagbare en vervoerbare CO2-meters in het kader van de opvolging van de binnenluchtkwaliteit.

Het doel van dit KB is vast te leggen waaraan CO2-meters moeten voldoen om ze op de Belgische markt te brengen en bijgevolg ook om kopers te helpen om goede CO2-meters te kunnen kopen. Tijdens de coronacrisis werd een leidraad gepubliceerd, die nog steeds gebruikt kan worden en beschikbaar is op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (FOD Werkgelegenheid): Keuze en gebruik van CO2-meters in de context van COVID-19 (PDF, 2,34 MB).

Deze leidraad werd ook vermeld in volgend BeSWIC-bericht: Ventilatie en binnenluchtkwaliteit in het kader van COVID-19.

Waarom CO2 meten?

CO2 of koolstofdioxide is een gas dat voorkomt in de atmosfeer en gevormd wordt in een verbrandingsproces. De concentratie van CO2 in de buitenlucht ligt momenteel rond de 420 ppm (“Parts per million”). Het zit ook in de uitgeademde lucht, waar de concentratie rond de 38 000 ppm bedraagt. Hierdoor kan de CO2-concentratie gebruikt worden om na te gaan of er voldoende ventilatie is. Ventilatie is dan weer belangrijk omdat een gebrek aan ventilatie zorgt voor een accumulatie van zowel schadelijke stoffen als pathogenen in het binnenmilieu. Macro-economische studies wijzen uit dat dit een serieuze maatschappelijke kost met zich meebrengt. Een voorbeeld van dergelijke studie is beschikbaar op de website van de Franse ‘Observatoire de la qualité de l'air intérieur’ (in het Frans): Coût socio-économique de la pollution de l’air intérieur.

In zijn advies 9616 schrijft de Hoge Gezondheidsraad (HGR) een ventilatiedebiet van minstens 50 m³/h per persoon voor. Lees het advies op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD (FOD Volksgezondheid): Advies 9616 - Ventilatie en overdracht van SARS-CoV-2.

De codex over het welzijn op het werk gaat uit van 40 m³/u per persoon, maar als men de bronnen van verontreiniging onder controle heeft, dan mag dit zakken tot 25 m³/h per persoon. Meer informatie op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de rubriek Arbeidsplaatsen: Basiseisen.

Bij activiteiten met lichte intensiteit en voor zover de aanwezige personen de enige bron van CO2 zijn, zal een ventilatie van 50 m³/h per persoon aan verse buitenlucht aanleiding geven tot een CO2-concentratie die stabiliseert op 800 ppm. 40 m³/h per persoon correspondeert met 900 ppm en 25 m³/h komt overeen met 1200 ppm.

De maat voor stofwisselingsprocessen in het lichaam en dus ook voor het uitdrukken van fysieke activiteiten of inspanningen is de MET (“Metabolic Equivalent by Task”). 1 MET komt overeen met het energieverbruik in rusttoestand. Activiteiten met een lichte intensiteit hebben een MET-waarde < 3.

Deze debieten en CO2-concentraties vindt men ook terug in de Wet van 6 november 2022 betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn.

Over deze wet verscheen volgend BeSWIC-bericht: Wet betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn.

CO2 meten zorgt er dan ook voor dat er acties ondernomen kunnen worden wanneer de CO2-concentratie te hoog oploopt:

  • het verwittigen van de technische dienst omdat dit wijst op een disfunctioneren van het ventilatiesysteem als zo’n systeem aanwezig is;
  • het openen van ramen en deuren;
  • het beperken van de bezetting.

Toepassingsgebied van het KB

Het KB is enkel van toepassing op de draagbare en vervoerbare CO2-meters. De CO2-meters die ingebouwd worden in ventilatiesystemen zijn uitgesloten. De gewesten hebben immers al wetgeving uitgevaardigd specifiek voor deze ingebouwde systemen. Ook voor deze ingebouwde sensoren is kalibratie en onderhoud belangrijk.

Minimale eisen

In het KB worden enkele minimale eisen vastgelegd:

  1. De techniek van de CO2-meter moet zodanig zijn dat effectief de CO2 gemeten wordt. Sommige (goedkopere) toestellen meten de hoeveelheid volatiele organische componenten in de lucht en schatten op basis daarvan de CO2-concentratie. Dit is niet langer toegestaan. De meest gebruikte techniek is het meten via niet-dispersieve infrarood, maar andere technieken zijn niet uitgesloten.
  2. De meters moeten een meetbereik hebben van 0 tot minstens 2000 ppm.
  3. De meters moeten een autokalibratie hebben of gekalibreerd kunnen worden volgens de instructies van de fabrikant.
  4. De nauwkeurigheid moet conform zijn met de norm NBN EN 50543:2011. Deze norm vereist een nauwkeurigheid van 10% van de afgelezen waarde of 5% van het bereik. Dit betekent bij een getoonde waarde van 900 ppm en een bereik tot 2000 ppm, dat de effectieve waarde kan variëren tussen 800 en 1000 ppm. Noteer dat het technisch mogelijk is om nauwkeurigere CO2-meters te kopen, maar zij zullen over het algemeen iets duurder in aanschaf zijn.
  5. Er moet een technische handleiding bij de CO2-meters meegeleverd worden.

Voor het op de markt brengen is de tussenkomst nodig van een geaccrediteerd labo. Het toezicht gebeurt door de FOD Volksgezondheid.

Het besluit treedt in werking 30 dagen na publicatie, dus op 22 maart 2024.

De aanmelding naar Europa via het ‘Technical Regulations Information System’ (TRIS) gebeurde op 22 september 2023. Meer informatie hierover op de website van de Europese Commissie: Details van kennisgeving: Koninklijk Besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het in de handel brengen van draagbare en vervoerbare CO2-meters voor het monitoren van binnenluchtkwaliteit.

Bij de aankoop van CO2-meters denkt men naast de minimale eisen best ook aan het doel van de metingen. Wil men in staat zijn om de metingen te verzamelen en centraal te verwerken, dan heeft men daar een ander systeem voor nodig dan voor het louter afficheren van de actuele CO2-concentratie in de ruimte. Een prachtig voorbeeld van centrale dataverzameling en ontsluiting kan men vinden bij de Scholen van Boston.