Psychosociale risico's op het werk omvatten professionele risico's die zowel schade berokkenen aan de mentale als de lichamelijke gezondheid van de werknemers en werkneemsters en die een impact hebben op de goede werking en de prestaties van de ondernemingen, evenals op de veiligheid.
Psychosociale risico's op het werk worden gedefinieerd als “de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden”.
Stress, pesterijen, burn-out, conflicten, zelfmoord, alcohol- en drugsmisbruik zijn de meest bekende uitingen van psychosociale risico's. De gevolgen van die risico's brengen grote kosten teweeg voor de werknemers (fysieke en mentale gezondheid), voor de onderneming en de gemeenschap in het algemeen.
Volgens een Belgische nationale enquête over arbeidsomstandigheden in 2015 bij 2500 Belgische werknemers, ondervonden in de loop van de laatste 12 maanden:
- 3 werknemers op 10 (33%) meestal of altijd stress op het werk;
- 7% intimidatie of pesterijen;
- 3% fysiek geweld.
Die enquête werd georganiseerd met medewerking van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden van Dublin.
De oorsprong van deze risico's ligt bij de arbeidsomstandigheden en de arbeidsorganisatie. Men spreekt over de 5 A’s:
- arbeidsorganisatie: de organisatiestructuur (horizontaal-verticaal), de manier waarop de taken zijn verdeeld, de werkprocedures, de beheersinstrumenten, de managementstijl, het algemeen beleid dat in de onderneming wordt gevoerd, …;
- arbeidsinhoud: de aard van de taak, de complexiteit en de variatie van de taken, de emotionele eisen (relatie met het publiek, contact met het lijden, emoties moeten verbergen, ...), de mentale belasting, de fysieke belasting, de duidelijkheid van de taken, …;
- arbeidsvoorwaarden (de uitvoeringsmodaliteiten van de arbeidsrelatie): de aard van de overeenkomst, de arbeidstijdregelingen (nachtarbeid, ploegenarbeid, atypische arbeidstijdregelingen, ...), de opleidingsmogelijkheden, loopbaanbeheer, evaluatieprocedures, ...;
- arbeidsomstandigheden (de fysieke omgeving waarin het werk wordt uitgevoerd): de inrichting van de werkplaatsen, de arbeidsuitrustingen, lawaai, verlichting, de gebruikte stoffen, de werkposities;
- arbeidsverhoudingen (intermenselijke relaties op het werk): de interne relaties (tussen werknemers, met de directe chef, de hiërarchische lijn, ...), maar ook relaties met derden, contactmogelijkheden, de communicatie, de kwaliteit van de relaties (samenwerking, integratie, ...), …