Een nieuw rapport van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) gaat dieper in op resultaten over psychosociale arbeidsomstandigheden en ongelijkheden op het gebied van gezondheid aan de hand van gegevens van de e Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden (EWCS) van 2010 en 2015 en de tweede ronde van de “Leven, werken en COVID-19”-enquête (2020).

Het verslag stelt dat de gemiddelde WHO-5-scores voor geestelijke gezondheid tussen 2010 en 2020 zijn gedaald, wat duidt op een toename van symptomen van depressie tijdens de pandemie.

Met betrekking tot psychosociale arbeidsomstandigheden vond ETUI dat de prevalentie van baanonzekerheid iets lager was in de enquête uit 2020 in vergelijking met deze uit 2010, terwijl de prevalentie van tijdelijke contracten in dezelfde periode toenam.

ETUI stelde ook vast dat het aantal werknemers dat niet genoeg tijd heeft om het werk af te krijgen, in de vrije tijd werkt, zich buiten werktijd zorgen maakt over het werk en conflicten tussen werk en privéleven ervaart, in de loop van de tijd toenam.

Opleidingsniveau blijkt een prominente factor te zijn die verband houdt met intersectionele ongelijkheden in geestelijke gezondheid op het werk, zowel voor als tijdens de Covid-19 pandemie. In alle psychosociale arbeidsomstandigheden vertoonden vooral jonge vrouwen (18-35 jaar) met een lagere opleiding slechtere resultaten op het gebied van geestelijke gezondheid dan hun mannelijke tegenhangers of werknemers met een hoger opleidingsniveau in het algemeen.

Lees het volledige rapport in het Engels op de website van ETUI: Health inequalities related to psychosocial working conditions in Europe.