Bij de conceptie van een arbeidssituatie of de aanpassing ervan, is het belangrijk geheel de arbeidssituatie in rekening te nemen, en dus ook de fysieke, psychische, mentale of cognitieve kenmerken ervan. Het is bijgevolg moeilijk om al deze elementen in deze rubriek op te nemen die gewijd is aan ergonomie want deze staat in verband met thema's die overigens op deze site worden voorgesteld. Ergonomie gaat te maken hebben met de meeste van deze andere thema's.

Bijvoorbeeld, voor de aanpassing van de werkomgeving, is informatie beschikbaar in de rubriek fysische agentia (lawaai, trillingen, thermische omgeving, verlichting).

1. Een oplossing voor verschillende problemen

Ergonomie tracht het mens-werk systeem te optimaliseren. Concreet betekent dit: streven naar een veiliger, gezonder, comfortabeler en efficiënter functionerend mens-werk-systeem. Het toepassen van ergonomische principes bij het ontwerpen van werkplekken, de technische uitrusting (gereedschappen en machines), de werkomgeving en de werkorganisatie kan heel wat werkgerelateerde problemen voorkomen. Bijvoorbeeld:

  • de aandoeningen van de rug en van de bovenste ledematen (spier-pees-botaandoeningen) bij werkende mensen, ten gevolge van verkeerde werkhoudingen, repetitieve handelingen en overdreven spierinspanningen (bijvoorbeeld: bij montagewerk, bij inpakwerk aan de lopende band of bij beeldschermwerk);
  • klachten van algemene lichamelijke vermoeidheid (bijvoorbeeld: langdurende zware inspanningen bij het ophalen van huisvuil of bij bouwactiviteiten) en lokale spiervermoeidheid (bijvoorbeeld langdurig staan bij het werk);
  • klachten van mentale vermoeidheid (bijvoorbeeld: monotoon werk, werk waarbij men op een korte tijd veel informatie moet verwerken);
  • menselijke fouten, vaak met dramatische gevolgen zoals ernstige ongevallen (bijvoorbeeld: bij het bedienen van machines), materiële schade of schade aan het milieu (bijvoorbeeld: een bedieningsfout van een operator in een controlezaal van een chemische productie).

Drie argumenten moeten worden benadrukt voor een ergonomische aanpak van preventie:

  • menselijk motief: het werk mag geen bedreiging inhouden voor het welzijn (de gezondheid en de veiligheid) van de werknemers. Het werk moet bijdragen tot meer welzijn en een kwaliteitsvol leven.
  • economisch motief: het verwaarlozen van ergonomische principes leidt tot menselijke maar ook tot economische schade. Zowel het slachtoffer als de onderneming ondervindt de economische gevolgen. Het slachtoffer leidt loonverlies en ziet zijn kansen op de arbeidsmarkt slinken. Voor de onderneming zijn er de kosten die gepaard gaan met ziekteverzuim en het vervangen van ervaren medewerkers. Indien het gaat om fouten, met ongevallen of andere catastrofes tot gevolg, kan de reputatie en zelfs het voortbestaan van de onderneming bedreigd zijn.
  • juridisch / wettelijk motief: de wetgeving verplicht het toepassen van de ergonomie op het werk (zie verder: Is het verplicht ergonomie toe te passen?)

2. Ergonomische aanpak

Problemen lokaliseren

Oplossingen zoeken is niet altijd eenvoudig. Verschillende elementen uit het mens-werk systeem, die onderling in interactie staan, kunnen aan de basis liggen van de problemen.

Deze elementen hebben te maken met:

  • de uitrusting (machines, technische hulpmiddelen, gereedschap, werkplek en inrichting)
  • de organisatie van het werk en de taken (taakinhoud, afwisseling, werktijden, pauzes, nacht- of dagwerk, opleiding, communicatie,…)
  • de producten waarmee gewerkt wordt (gewicht, vorm, gevaarlijke chemische of andere eigenschappen, warme of koude voorwerpen,…)
  • de omgeving  (geluid, licht, klimaat, stof,…)
  • de mens (gestalte, gewicht, conditie, kennis en vaardigheden, opleidingsgraad,…)

Risico’s analyseren

De ergonomische benadering begint steeds met een analyse van de taken en de organisatie. De benadering richt zich op de identificatie en evaluatie van risicofactoren en gebruikt hiervoor een combinatie van subjectieve en objectieve analyse. Deze analyses laten toe om de externe en interne werkbelasting nauwkeurig te kunnen bepalen. Dit vormt de basis van een effectieve preventiestrategie die zou moeten volgen op de ergonomische studie.

Als “aanpassingen uitvoeren aan het mens-werk systeem” het doel is, spreekt men van “correctie-ergonomie”. Indien men overgaat tot een volledig nieuw ontwerp, spreekt men van “concept-ergonomie”.

Beide aanpakken zijn multidisciplinair, globaal en participatief. Het mag niet bij een analyse blijven. De analyse is de eerste stap op weg naar de oplossing.

Er is een gedetailleerd plan per stappen beschikbaar onder de rubriek tools.

Interne en externe preventiediensten

Vandaag beschikken ondernemingen over multidisciplinaire interne en externe preventiediensten, die tot taak hebben bij te dragen tot de risicoanalyse op het werk en tot het onderzoeken van de arbeidsbelasting. Bovendien dienen ze advies te geven bij het zoeken naar preventiemaatregelen ter voorkoming van fysieke en mentale vermoeidheid en ter voorkoming van werkgerelateerde fysieke en/of psychische aandoeningen.
Indien de interne dienst Preventie en Bescherming op het Werk van een onderneming zelf geen deskundige heeft betreffende ergonomie, kan men een beroep doen op de ergonoom van een erkende Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk.

Vorming in ergonomie

Voor Preventieadviseurs Ergonomie van de externe diensten voor Preventie, Bescherming en Welzijn op het Werk, is een specifieke opleiding voorzien op universitair niveau. Het betreft een module Specialisatie Ergonomie die volgt na een algemene Multidisciplinaire Basisvorming (> 120 uren).

Om toegelaten te worden tot deze Specialisatie Ergonomie (> 280 uren), moeten de kandidaten beschikken over een einddiploma van een universiteit (of hoger onderwijs op universitair niveau). In het curriculum van deze vooropleiding moet één van volgende onderwerpen een belangrijk aandeel vormen: antropometrie, biomechanica, bewegingsleer, anatomie, inspanningsfysiologie of psychologie in de domeinen van arbeid en organisatie.

In België kan men deze basisvorming en specialisatiemodule ergonomie volgen aan:

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Welzijnswet

    In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 moet een werkgever maatregelen nemen voor het bevorderen van het welzijn van de werknemers. Ergonomie heeft hierbij een belangrijke plaats gekregen aangezien het één van de domeinen is in de welzijnswet.

    De andere domeinen zijn: de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid, de psychosociale aspecten veroorzaakt door het werk met aandacht voor geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen en de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op de andere domeinen.

    Ergonomische principes in de wetgeving

    De principes van de ergonomie vormen een rode draad doorheen de wetgeving.

    De werkgever moet het werk aanpassen aan de mens, met het oog op het concept van werkplekken, de keuze van de arbeidsmiddelen en de werkmethode.

    De werkgever is verplicht de risico’s op het werk te analyseren en de preventie te plannen gebaseerd op een systeembenadering waarin volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk.

    Preventiemaatregelen

    De preventiemaatregelen moeten getroffen worden op verschillende gebieden waarbij er duidelijke raakvlakken zijn met de ergonomie:

    • organisatie van de onderneming;
    • inrichting van de arbeidsplaats;
    • conceptie en aanpassing van de werkpost;
    • keuze en gebruik van arbeidsmiddelen;
    • bescherming tegen fysische agentia;
    • keuze en gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij;
    • veiligheids- en gezondheidssignalering;
    • gezondheidstoezicht;
    • psychosociale aspecten.

    Ook in de taakomschrijving van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wordt verwezen naar aspecten die betrekking hebben op ergonomie (risicoanalyse, omgevingsfactoren, analyse van de arbeidsbelasting, technische en organisatorische maatregelen, fysieke en mentale vermoeidheid, werkgerelateerde oorzaken van ongevallen en beroepsziektes,…)

    Ook de preventieadviseur-arbeidsarts moet de interactie tussen de mens en zijn werk onderzoeken met het oog op het aanpassen van het werk aan de mens (aangepaste werkmethodes, aangepaste werkplekken,…).
    Van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk wordt verwacht dat het advies geeft over nieuwe arbeidsmiddelen, arbeidsomstandigheden, de impact van omgevingsfactoren, de maatregelen voor aanpassingen van de techniek ter voorkoming van vermoeidheid en specifieke maatregelen voor de aanpassing van werkposten aan mensen met een handicap.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk.

    Er bestaat ook specifieke reglementering voor de grootte en de kwaliteit van werkruimtes, voor de verlichting, voor het klimaat (temperatuur, vochtigheid en verluchting).

    Ook zijn er verwijzingen naar ergonomie in de wetgeving met betrekking tot: arbeidsmiddelen, werkkledij en persoonlijke beschermingmiddelen, moederschapsbescherming, tijdelijke of mobiele werkplaatsen, nachtwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen, signalisatie op het werk, jongeren op het werk, interims.

    Titel 3 betreffende het manueel hanteren van lasten van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk

    Deze regelgeving legt een hele reeks van preventieve maatregelen vast met betrekking tot het manueel hanteren van lasten.

    Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden van gevaren gerelateerd aan:

    • de last
    • de lichamelijke inspanning
    • de taak
    • de arbeidsplaats en de arbeidsomstandigheden

    Daarnaast worden de verplichtingen van de werkgever vermeld. De werkgever moet preventieve maatregelen nemen die in de eerste plaats gericht zijn op het vermijden van het risico door technische en organisatorische oplossingen. De risico’s moeten geëvalueerd en verminderd worden. De werknemers moeten geïnformeerd en opgeleid worden met het oog op het verminderen van de risico’s. Ook is er medisch toezicht voor werknemers die blootgesteld zijn aan risico’s.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Manueel hanteren van lasten.

    Titel 2 betreffende beeldschermen van boek VIII van de codex

    Deze regelgeving legt een hele reeks preventieve maatregelen of minimumvoorschriften vast.

    De werkgever moet:

    • een analyse van de beeldschermwerkposten verrichten;
    • passende maatregelen nemen voor aanpassingen van de werkplek, de werktafel en stoel, het beeldscherm en toetsenbord, de programmatuur, de werkomgeving in functie van het klimaat, de verlichting en de werkorganisatie;
    • opleiding voorzien voor beeldschermwerkers
    • medisch toezicht voorzien voor onder andere het gezichtsvermogen (nood aan correctiemiddel).

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Ergonomische belasting > Beeldschermen.

    Titel 3 betreffende trillingen van boek V van de codex

    Deze wetgeving is zowel gericht op hand-arm trillingen (bijvoorbeeld door trillend handgereedschap) als op trillingen van het gehele lichaam (bijvoorbeeld in voertuigen). Men moet trillingen vermijden. Indien dat niet mogelijk is, moet men een risico-evaluatie maken waarbij men rekening houdt met de grenswaarden. Bij risico’s moet men technische en organisatorische maatregelen nemen. Blootgestelde medewerkers staan onder medisch toezicht.

    Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema’s > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild